Als u Via log met inkom. oproepen (From incoming call log) als registratiemethode hebt
geselecteerd, is de naam van de ontvanger mogelijk al ingevoerd. Als u de naam niet wijzigt, gaat u
naar de volgende stap.
1. Selecteer het invoerveld voor de naam.
1.
Het scherm voor het invoeren van het teken wordt weergegeven.
2.
2. Voer de naam van de ontvanger in.
3.
3. Selecteer OK.
Opmerking
• U kunt maximaal 16 tekens inclusief spaties opgeven voor de naam.
•
11. Voer het fax-/telefoonnummer van de ontvanger in.
11.
Als u bij Via log met uitg. oproepen (From outgoing call log) of Via log met inkom. oproepen
(From incoming call log) een fax-/telefoonnummer selecteert, is dit al ingevoerd. Als u het fax-/
telefoonnummer niet wijzigt, gaat u naar de volgende stap.
1. Selecteer het invoerveld voor fax- of telefoonnummers.
1.
Het scherm voor het invoeren van het nummer wordt weergegeven.
2.
2. Voer het fax-/telefoonnummer van de ontvanger in.
3. Selecteer OK.
3.
Opmerking
•
• Als Type telefoonlijn (Telephone line type) bij Gebruikersinstellingen FAX (Fax user
settings) onder Faxinstellingen (Fax settings) is ingesteld op Pulskiezen (Rotary pulse), kunt
u een toon (T) invoeren door de toets Toon te selecteren.
434