Controle alvorens gebruik
Bedieningsbereik
De onderstaande tabel geeft de temperatuur- en het luchtvochtigheidsbereik
weer, voor de werking van de airconditioner. Raadpleeg deze tabel voor efficiënt
gebruik.
Modus
Binnentemperatuur
Koelen
Verwarmen
27 ˚C of minder
Droog
f Er ontstaat dampvorming wanneer de airconditioner, in een hoge luchtvochtigheidsruimte, over een lange periode
in de koelmodus staat .
f Wanneer de buitentemperatuur daalt tot -5 °C, neemt onder normale gebruiksomstandigheden de
verwarmingscapaciteit af met 60-70% dan de vastgestelde capaciteit .
Model : AJ
Modus
Binnentemperatuur Buitentemperatuur
Koelen
16˚C~32˚C
Verwarmen
27˚C of minder
Droog
18˚C~32˚C
De grenstemperatuur voor het inschakelen van de verwarming is 7˚C. Afhankelijk van de temperatuurconditie, neemt de
verwarmingscapaciteit af zodra de buitentemperatuur daalt onder de 0˚C.
Wanneer de airconditioner wordt gebruikt bij een binnentemperatuur hoger dan 32˚C, werkt de koelmodus niet op volledige
capaciteit.
Onderhoud van de airconditioner
Interne beveiliging door de besturingseenheid
f De interne beveiliging treedt in werking wanneer zich een storing in de airconditioner voortdoet .
Type
Anti-koudelucht
Ontdooicyclus
Compressorbeveiliging
• W anneer de warmtepomp in de verwarmingsmodus staat, wordt de ontdooicyclus geactiveerd om
ijsafzetting op de buitenunit te ontdooien, die door lage temperatuur is ontstaan.
OPMERKING
De interne ventilator wordt automatisch uitgeschakeld en herstart nadat de ontdooicyclus is voltooid.
Smart installatie
Deze functie wordt niet ondersteund bij gebruik van een multisysteem.
Via de Smart installatiefunctie kan de installateur controleren of de installatie correct is uitgevoerd.
Wanneer de installatie incorrect is uitgevoerd, wordt de storingsindicator op het display van de binnenunit
ingeschakeld. De gebruiker weet op deze wijze of de installatie al dan niet correct is uitgevoerd.
A3050 ET Good_IB&IM_05253A_NL.indd 10
Buitentemperatuur
16
˚C~32
˚C
-10 ˚C~46 ˚C
-15 ˚C~24 ˚C
18 ˚C~32 ˚C
-10 ˚C~46 ˚C
-5˚C~46˚C
-15˚C~24˚C
-5˚C~46˚C
Zodra de warmtepomp in bedrijf is, schakelt de interne ventilatie uit jegens koude lucht.
Zodra de warmtepomp in bedrijf is, schakelt de interne ventilatie uit om het ijs te
ontdooien.
Het verticale luchtstroomblad wordt tijdens de ontdooicyclus gesloten en geopend
tijdens het verwarmingsproces na de ontdooicyclus.
Wanneer de airconditioner wordt ingeschakeld, treedt deze niet in werking om de
buitenunit-compressor te beschermen.
Nederlands-10
Vochtigheid binnen
Relatieve vochtigheid 80% of lager
-
-
Vochtigheid
binnen
80% of minder AJ100*** Buitentemperatuur: -10˚C~46˚C.
-
-
-
AJ100*** Buitentemperatuur: -10˚C~46˚C.
Beschrijving
Opmerking
2015/1/31 16:27:13