Inhoudsopgave
Advertenties
7. W
erkingsincidenten
7 - 1 Weergave van de omgevingsmodule
Foutcode
E60
E61
E70
E74
E75
E76
E77
E91
E96
7 - 2 Omgevingsmodule
Uw ketel is uitgerust met een automatisch detectiesysteem
voor fouten. Wanneer er een fout optreedt, verschijnt het
!
symbool
en knippert een code Exx op de weergave
en het scherm van de omgevingsmodule(s) om het type defect
aan te geven.
Opgepast: Aangezien de voelers voor de aanvoer (VFAS) en
SWW (SPFS) optioneel zijn, kan de weergave van hun
foutcode (E70, E 74 en E76) bij een defect verdwijnen na een
reset of het buiten spanning zetten van de kaart.
7 - 3 Manuele werking
Hiermee kan u wachten op een herstelling wanneer de
elektronische regeling niet meer werkt. Alle pompen werken
nu permanent. De temperatuur van de ketel is regelbaar
dankzij de knop (mark. 4 - § 4.5).
Ref.: CH - 833 - A
Vastgesteld keteldefect
VeiligheidsLED ketel brandt (mark. 6).
Cijfer 60 knippert op de ketelweergave (mark. 5).
VeiligheidsLED brander brandt (mark. 8).
Cijfer 61 knippert op de ketelweergave (mark. 5).
Cijfer 70 knippert op de ketelweergave.
Het getal 74 knippert op het display van de ketel
en van de BM
Cijfer 75 knippert op de ketelweergave.
Cijfer 76 knippert op de ketelweergave.
Cijfer 77 knippert op de ketelweergave.
Cijfer 91 knippert op de ketelweergave.
Cijfer 96 knippert op de ketelweergave.
Het geeft aan dat de oververhittingsthermostaat
van de ketel vergrendeld is. Om deze te
deactiveren de dop losschroeven en de knop
(mark. 7) indrukken.
Deze geeft aan dat de brander in veiligheid ligt.
De ontgrendelingsknop voor de brander
indrukken (mark. 9) om deze opnieuw op te
starten.
Opgepast: Nagaan of er voldoende brandstof in
de tank zit en dat de toevoerkranen open staan
§ 7.4.
Voeler aanvoer defect.
Storing op de optie waterekort.
De vergrendelingsdrempel van de
watertekortbeveiliging controleren.
Op de dienstknop drukken om te ontgrendelen.
Buitenvoeler defect.
SWW-voeler defect.
Ketelvoeler defect.
Busadres reeds gebruikt door een toestel.
De adressen van de toestellen controleren.
Stroomoverbelasting op de bus.
Nagaan of er een omgevingsmodule aanwezig
is op de 2de kring.
Om naar deze werkingsmodus over te gaan, de volgende
handelingen stellen (zie § 4.5 voor de markeringen):
- Op de ketelbediening de twee schakelaars (mark. 10) auto/
manu in de manuele stand zetten. De twee cijfers van de
weergave (mark. 5) evenals de omgevingsmodule staan
uit.
- De temperaturen voor de ketel en het sanitair warm water
worden op dezelfde waarde vastgelegd met de knop
(mark. 4). Deze knop is mechanisch begrensd op ongeveer
60 °C zodat het water in de ballon niet te warm wordt.
- Tijdens de zomer de schakelaar
en de schakelaar
sanitaire functie voorzien.
Opmerking: Wanneer de installatie één of meerdere kranen
omvat, manueel tot hun regeling overgaan.
36
Actie
weer op auto zetten
op manueel. Nu wordt enkel de
Advertenties
Inhoudsopgave
