5 - 2 Controle van de
verbrandingsprestaties
5 - 2 - 1 Regeling
De brander is vooraf ingesteld in de fabriek. Hij wordt dus
geleverd met een aangepaste sproeier en met de pompdruk,
lijn en luchtklep geregeld op de waarden van het nominale
vermogen.Hetisnietteminnodigdeverbrandingtecontroleren
die kan wijzigen naargelang van de hoogte of de installatie-
omstandigheden.
5 - 2 - 2 Hoe de brander bereiken
De brander buiten werking, de elektrische voeding afgesloten
met behulp van de hoofdschakelaar. De keteldeur openen,
zie § 4.1.
5 - 2 - 3 Indienststelling
Een manometer op de drukmeetopening van de pomp
monteren. Nazien of alle sturingsorganen die warmte kunnen
opvragen gesloten zijn en dat de kranen op de
stookolietoevoerleiding open zijn. Een anderhalve minuut na
het onder spanning plaatsen
(voorverwarmer) start de brander. Na enkele seconden
(ongeveer 12) voorventilatie werkt de brander.
5 - 2 - 4 Verbrandingscontrole
In principe gebeurt de verbrandingcontrole met een afgesloten
ketel, zo u uit gemakkelijkheids overwegingen met een open
ketel moet werken zal de opgemeten CO² 0,3 à 0,5 % lager
liggen dan de aanbevolen waarden.
Tab. Nr 6
Geval
CO
Smoke
2
0
12 tot 13 ST = 0
1
12 tot 13 ST > 1 De regelingcriteria controleren.
De dichtheid tussen de buis, de ketel en de
schouw controleren en nagaan of de
keteldeur goed sluit.
Wanneer de criteria correct zijn de sproeier
vervangen.
2
CO
> 13
De luchtklep voor stuwing openen (bvb.: van
2
3 naar 3,5) om een CO
en 13. De ST controleren (bij ST > 1 terugkeer
naar geval 1). De koude start controleren.
3
CO
< 12
1) De luchtklep voor stuwing sluiten. De ST
2
controleren (bij ST > 1 terugkeer naar geval 1).
De koude start controleren.
Ref.: CH - 833 - A
Corrigerende acties
Geen wijziging
te bekomen tussen 12
2
5 - 2 - 5 Controle van de start
Tab. Nr 7
Waarnemingen
Goede koude start
Brutale start
5 - 2 - 6 Controle van de veiligheden
Nagaan of de brander wel in veiligheid valt door het afdekken
van
de
cel.
Nagaan
veiligheidsthermostaat, regeling, schakelaar, enz. de werking
van de brander stoppen.
De regeling van de brander nooit wijzigen
zonder de verbranding te controleren.
30
Corrigerende acties
Geen wijziging
De elektrodes, waarde N en schroef (mark. B)
controleren.Wanneer het probleem blijft
aanhouden, de regelschroef van de kop een
halve draai lossen (mark. B) en de verbranding
controleren.
of
de
onderbrekingen,