Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Chappee BORA 24 Ci Installatiehandleiding pagina 21

Inhoudsopgave

Advertenties

4 - 2 - 4 Elektrische aansluitingen met 2 kringen met mengkranen
Vooraleer eender welke interventie op de ketel uit te
voeren moet u de stroomtoevoer onderbreken via de
hoofdschakelaar op de wand.
De lijn moet aan een intensiteit van 6,3 A met 230 V (50 Hz)
kunnen weerstaan.
Omtoegangtekrijgentotdeaansluitklemmenhetbovenpaanel
van de ketel verwijderen (zie § 4.1) en de richtlijnen in het
elektrisch schema naleven (zie hieronder).
Voor de voeding van het paneel en de pompen moet u een 3-
draad gebruiken: Fase (bruin) – Nulleider (blauw) – Aarding
(groen/geel) van het type H05VV-F of H05RN-F.
Bekabeling van de voelers:
De voelers zijn links aan te sluiten op de klemmenstrook. De
voelers voor de ketel en SWW zijn bekabeld in de fabriek.
Deomgevingsmodulewordtgevoedviaeenbusvan24V.Detelefoonkabel
(2 x 0,8 mm²) zorgt tegelijkertijd voor voeding en communicatie.
Voor de aansluiting van de omgevingsmodule die op de wand
bevestigd is, moet u uitdrukkelijk de polariteit respecteren (4
op M en 5 op D).
Zie hoofdstuk 4.3 voor de eigenschappen en de plaatsing van
de voelers en de omgevingsmodule.
Enkel de voeler aanvoer van de kring kraan 2 is aan te sluiten
in de sokkel van de bedieningsmodule MM1.
Telefonisch bedienen zie specifieke handleiding van
de afstandsbediening via telefoon bij de MT 31.
Buitenvoeler
AFS
Ketelvoeler KFS
(voorbekabeld)
SWW-voeler
Bekabeling
van de voelers
Optische poort
Onder-
houdsknop
Omgevingsmodule
aan de wand
2
3
6
1
4
5
SPFC (voorbekabeld)
Voeler aanvoer 1
VFAS
DM
DM
Plaats vrij voor
omgevingsmodule
- voor regeling installatie
of
- voor besturing door de ketel
Bekabeling van de voeding en de knoppen:
- De voeding 230 V van de ketel, pomp en kraan van kring 1
zijn rechts op de klemmenkast van de ketel aan te sluiten.
- De pomp en kraan van kring 2 evenals hun voeding van 230 V zijn
aan te sluiten op het rechterdeel van de wandsokkel bij de
bedieningsmodule MM1 (zie onderstaand schema). U krijgt toegang
tot de klemmenkast door de module van de sokkel te halen na het
lossen van decentrale schroef.
Eerste indienststelling:
De onderstaande richtlijnen volgen voor de eerste
indienststelling (zie § 4.5 voor de markeringen):
1) Controleren of de ketel aangesloten is op netstroom en
de oranje LED voor het onder spanning brengen oplicht
(mark. 1).
2) De ketelschakelaar indrukken (mark. 2).
3) De twee schakelaars AUTO/MANU (mark. 10) in de stand
AUTO zetten en controleren of de twee cijfers van de
weergave (mark. 5) oplichten.
4) Nagaan of het scherm van de omgevingsmodule brandt.
5) Wachten tot het symbool
dit geeft aan dat de communicatie tussen de ketel en
omgevingsmodule vastgelegd werd.
2de omgevings-
module
2
3
6
1
4
5
88
Weergave
Bedienings-
paneel van de ketel
21
verschijnt op het scherm,
Voeding
L
230 V
N
10
9
8
7
6
5
4
M
3
2
D
1
Bekabeling van de
voeding en de pompen
OPGEPAST: De kabels van de voelers
en de communicatiebus mogen niet in
dezelfde
goten
lopen
voedingskabels (230 V)
Ref.: CH - 833 - A
D
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
als
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Bora 24 biBora 30 ciBora 30 bi

Inhoudsopgave