4 - 4 Werking van de regeling
Het bedieningsbord van de ketel is uitgerust met een ingebouwd
elektronisch systeem dat bestemd is voor de automatisering
van een verwarmingsinstallatie die de volgende zaken omvat:
een ketel op stookolie met één vlamgang, één of twee
verwarmingskringen en een boiler voor sanitair warm water.
Dit systeem moet instaan voor de volgende functies:
- zorgen voor het thermisch comfort bij de gebruiker,
- voldoen aan de noden inzake SWW,
- de energie-uitgaven rationaliseren,
- de richtlijnen van de gebruiker bewaren,
- de sturingen van de verwarmingsinstallatie rechtstreeks
of onrechtstreeks aansturen.
In de basisversie bestaat deze eenheid uit een in het
bedieningsbordvandeketelingebouwdeelektronischeeenheid
en een gebruikersinterface (de omgevingsmodule) die u ofwel
in een kamer van het verwarmde volume of op het
bedieningspaneel van de ketel plaatst.
Te bevestigen
omgevingsmodule
2-draads
busverbinding
Inactief te zetten
voeler
ofopbedieningspaneelketel
SWW-
Pomp
Brander
pomp
rechtstreekse
kring
Voor nog meer comfort raden wij aan de omgevingsmodule te
plaatsen de woonruimte. Deze module omvat een
omgevingsvoelerwaarmeeudevolgendefunctieskanvervullen:
- correctie tegenover de omgevingstemperatuur,
- optimalisering om de gevraagde temperatuur te krijgen op
het geprogrammeerde uur,
- versnelling van de verwarming bij een wijziging van de
omgevingstemperatuur.
Indien u deze module echter op het bedieningsbord wenst te
bevestigen, dan is dit mogelijk op voorwaarde dat u de
beïnvloeding door de omgevingsvoeler uitschakelt.
Bij een installatie met 2 mengkranen moet u een bijkomende
module (MM1) toevoegen.
Actieve
omgevingsvoeler
Bijkomende omgevingsmodule
Kring
(optie bij een 2de kring)
kraan 1
Kring kraan 2
4 - 5 Beschrijving van het bedienings-
bord
13
12
1) LED onder
spanning brengen
2) Schakelaar
Start/Stop
3) Testknop brander
4) Ketelthermostaat
5) Digitale weergave : Geeft de temperatuur van de ketel
6) VeiligheidsLED ketel : Signaleert een stop van de ketel door
MM1
7) Heractivering
veiligheidsthermostaat
8) VeiligheidsLED
brander
9) Heractivering
brander
10) Schakelaars
11) Zekering
12) Onderhoudsknop
13) Optische poort
14) Opbouwplaats voor de omgevingsmodule.
25
14
10
8
4
6
11
3
9
7
: Licht op wanneer de ketel onder
spanning staat.
Gedoofd wanneer de ketel niet onder
spanning staat of de zekering
gesmolten is.
: Ingedrukt (oplichtend): werking van
de ketel naargelang van het
gevraagde.
Niet ingedrukt (gedoofd): volledige
stop van de ketel. (brander, pomp,
regelingen).
: Ingedrukt: de brander wordt enkel
gecontroleerd door de veiligheids-
thermostaat.
: Regelt de temperatuur van het
water in de ketel wanneer de
schakelaars AUTO/MANU (10) op
MANU staan.
weer en bij een defect verschijnt een
foutcode.
de veiligheidsthermostaat.
: De dop losschroeven en de knop
indrukken.
: Signaleert het in veiligheid vallen van
de brander.
: De knop indrukken.
: De 2 schakelaars staan op Auto: de
ketel wordt aangestuurd door de
elektronische kaart.
De 2 schakelaars staan op Manu: de
elektronische kaart staat niet onder
spanning. De ketel wordt aangestuurd
door de thermostaten en de pompen
werken continu.
: Knopdieintedrukkenisvoorhetuitvoerenvan
de tests voor de relais en voelers.
: In- en uitgangspoort.
Voorbehouden voor het onderhoud.
1
2
5
Ref.: CH - 833 - A