AFSTANDSBEDIENUING
AFSTANDSBEDIENUING
Gebruik van de stuur-
afstandsbediening
(Alleen voor de
DDX5016DAB/DDX5016BT)
U kunt functies aan toetsen op de stuur-
afstandsbediening toewijzen.
• Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de
auto een elektrische stuur-afstandsbediening
heeft.
• U kunt functies uitsluitend registreren/veranderen
wanneer de auto is geparkeerd.
• Indien uw stuur-afstandsbediening niet
compatibel is, wordt het leren mogelijk niet
voltooid en verschijnt een foutmelding.
❏ Registreren/Veranderen van functies
1
Toon het <System>-instelscherm.
Met de <HOME>-scherme:
58
2
Toon het <Steering Remote Control
Setting> scherm.
• Druk herhaaldelijk op [K] om van pagina op
het <System> menuscherm te veranderen.
3
Druk op de te registreren/veranderen toets
van de stuur-afstandsbediening.
4
Kies de te registreren functie.
• U kunt van pagina veranderen om meer
onderdelen te tonen door een druk op
[J]/[K].
5
Herhaal stappen 3 en 4 als nodig.
6
Voltooi de procedure.
• Het toestel kan alle toetsfuncties tegelijkertijd
registreren/veranderen. Druk hiervoor
achterelkaar op iedere toets en druk nadat u op
alle toetsen heeft gedrukt vervolgens op [Done]
op het <Steering Remote Control Setting>
scherm. Na deze handeling kunnen echter geen
nieuwe functies worden geleerd.
• Voor het veranderen van reeds geleerde functies,
moet u op de te veranderen toets in stap 3
drukken en vervolgens de nieuwe, gewenste
functie op de functielijst aanraken.
• Bevestig de inhoud van de instelbare functies
op de functielijst. U kunt de functielijst niet
veranderen.
❏ Terugstellen van de instellingen
1
Toon het <System>-instelscherm. (Zie de
uiterste linkerkolom.)
• Druk herhaaldelijk op [K] om van pagina op
het <System> menuscherm te veranderen.
2
3
• Druk op [No] om het terugstellen te
annuleren.