Impulseenheid warmte
(3092)
Impulswaarde warmteteller
(3093)
Impulswaarde
warmtenoe-
mer
(3094)
Doorstroming verwarmen
(3097)
Doorstroming tapwater
(3098)
369622 10.10
Met de keuze van de impulseenheid wordt ook de registratie van de afgegeven
energie voor warmtetelling of doorstroomvolumetelling onderscheiden:
- Impulseenheid warmte = kWh
De impulsen resp. hun energiewaarde wordt direct in de teller voor de afgege-
ven warmte opgeteld.
- Impulseenheid warmte = liter
Met de impulsen resp. hun volumewaarde wordt via het gemeten temperatu-
urverschil tussen aanvoer- en retour de warmte-energie berekend en dan in de
teller voor de afgegeven warmte opgeteld.
De waarde van een impuls wordt met drie instelparameters in de vorm van een
quotiënt (teller en noemer) en de natuurkundige eenheid ingevoerd:
Impulswaarde = (teller / noemer) * Eenheid
Voor-
Impulswaarde warmte teller =
beeld 1:
10
Impulswaarde warmte noemer =
1
Impulseenheid warmte = liter
Voor-
Impulswaarde warmte teller = 1
beeld 2:
Impulswaarde warmte noemer =
1
Impulseenheid warmte = kWh
I.p.v. de doorstroommeting met impulstelling kan de volumeberekening gebruikt
worden. Deze functie berekent met een instelbaar doorstroomvermogen, de loop-
tijd en het toerental het theoretische doorstroomvolume door de condensator.
=> Volume [l] = looptijd [min] / 60 * toerental [%] * doorstroomvermogen [l/h]
Het doorstroomvermogen kan voor verwarmen en tapwaterbereiding gescheiden
ingesteld worden.
De looptijd wordt met een nauwkeurigheid van 1 minuut geregistreerd. Bij ver-
warmen wordt de toestand van de condensatorpomp Q9 en bij tapwaterberei-
ding de toestand van de laadpomp/omkeerventiel Q3 geregistreerd.
Het berekende volume wordt met het gemeten temperatuurverschil vermenig-
vuldigd en als warmte-energie in de teller voor de afgegeven warmte opgeteld.
Met deze functie (prog.-nr. 3092 impulseenheid warmte = liter) en de meting van
het temperatuurverschil is het mogelijk de afgegeven warmte-energie te registre-
ren, zonder een warmteteller te moeten installeren. Gemeten wordt de aanvoer-
(B21) en retourtemperatuur (B71) op de condensator. Met het temperatuurverschil
en het door de condensator gestroomde watervolume (impulstelling met doorst-
roommeter of volumeberekening) kan de afgegeven warmte-energie berekend
worden.
Wenst men geen telling van de warmte-energie via de volumeberekening, dan
moet de functie via beide parameters uitgeschakeld worden ("---").
Het temperatuurverschil van aanvoer- (B21) en retourvoeler (B71) wordt alleen
voor warmtestroom gemeten. Negatieve verschillen (koude stroom) worden tot
"0" begrensd. Daardoor wordt bij de berekening van de afgegeven warmte-energie
nooit de koelstroom geteld. Om te zorgen dat men bij stilstand van de warmte-
pomp geen temperatuurverschil vanwege voelertoleranties krijgt, is het noodzake-
lijk de beide voelers B21 en B71 op elkaar af te stemmen (zie prog.-nr. 3030-3033).
SensoTherm BLW 7 - 20
Programmering
=> Impulswaarde = 10 liter/impuls
=> Impulswaarde = 1 impuls/kWh
93