Ieder reflecterend oppervlak verdubbelt het ge-
luidsvermogen. Een wand verhoogd het met
+3dB, een hoek met +6dB.
Ruimen met geluidsharde vloerbedekkingen en
wanden verhogen het geluidsniveau.
De nakoming van mininmale maten vermin-
dert de geluidsreflectie alsmede lucht-kortslui-
ting en verbetert de luchtstroming in de buurt
van de ventilator.
De verbreiding van het zich in de lucht voort-
plantende geluid kan middels constructieve
hindernissen verminderd worden, echter niet
met een beplanting.
Met een hoge geluidgevoeligheid moet reke-
ning gehouden worden.
Geluidsisolatie-elementen minimaliseren het
zich in de lucht voortplantende geluid.
De scheiding van de constructie minimaliseert
het contactgeluid.
De correcte uitvoering van de sokkel of de on-
dersteuning vermindert het contactgeluid.
Lucht-kortsluitingen en stromingsbelemmerin-
gen vermijden.
De wettelijke voorschriften moeten gerespec-
teerd worden.
369622 10.10
Voorbereiding van de installatie
Reflecterende oppervlakken vermijden. Luchtin- en uitlaten nooit in
gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimten leiden (bijv. nis, voorhal,
huisingang, overdekt terras).
Geluidsharde ruimten vermijden. Bij de opstelling in geluidsharde
ruimten (in ruimten met geluidsharde vloerbedekkingen alsmede
gladde, harde wanden) kunnen door reflecties verhogingen van het
geluidsniveau optreden. In deze gevallen kunnen één of twee wan-
den reflectiearm met geluidsabsorberend materiaal bekleed wor-
den.
Mininmale afstanden tot de luchtin- en uitlaten in acht nemen.
Rondom de warmtepomp mogen geen wanden of stromingsbelem-
meringen geplaatst worden, om een gelijkmatige toestroom naar
de ventilator te bereiken. Minder drukverliezen → lagere omtreks-
nelheid → reductie van het ventilatorgeluid.
Bij vrije opstelling van de warmtepomp kan de directe geluidsver-
breiding door constructieve hindernissen onderbroken worden. Met
massieve wanden, hekwerken, Palissaden, etc. kunnen bij nako-
ming van de minimum maten geluidsniveau-reducties bereikt wor-
den. Een beplanting heeft geen invloed op de hoogte van het ge-
luidsniveau.
Plaatsen van opstelling met een hoge geluidsgevoeligheid als bijv.
in de buurt van eigen of andermans woon- en slaapruimten alsme-
de de grenzen tot de buren, moeten vermeden worden. Positioneer
de warmtepomp aan die kant van het huis waar geluid het minste
kwaad kan. Bij binnenopstelling mag de warmtepomp niet onder of
naast woon- of slaapruimten opgesteld worden.
Bij bijzonder hoge eisen alsmede vanaf model BLW 20 raden wij de
inbouw van geluidsisolatie-elementen aan. Bij extreme gevallen
met zeer hoge eisen moet een geluidsspecialist ingeschakeld wor-
den.
Consequente inzet van flexibele aansluitingen; flexibele slangen
voor de warmteverdeling, flexible elektrische aansluitingen, geluid-
sontkoppeling van de luchtgeleiding door elastische manchetten
De opstelsokkel of ondersteuning moet draagkrachtig, vlak en zo
mogelijk van de Estrik gescheiden zijn. Na de opstelling moet de
warmtepomp bovendien met de verstelbare poten uitgelijnd wor-
den.
Luchtin- en uitlaat mogen zonder scheidingswand niet naast elkaar
uitgevoerd worden. Stromingsbelemmeringen,die een luchtkorts-
luiting bevorderen, moeten vermeden worden.
In Duitsland: TA Geluid (Technische handleiding ter bescherming
tegen geluid)
SensoTherm BLW 7 - 20
17