Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

BRÖTJE SensoTherm BLW 7 Installatiehandleiding pagina 89

Verberg thumbnails Zie ook voor SensoTherm BLW 7:
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorreg/boosterpomp
(2150)
Regeling condensator pomp
(2801)
Voorlooptijd
condensator-
pomp
(2802)
Nadraaitijd
condensator
pomp
(2803)
Voorlooptijd bronpomp
(2819)
Nadraaitijd bronpomp
(2820)
Schakeldiff retourtemp
(2840)
369622 10.10
Voorreg/boosterpomp
- Voor bufferreservoir: de voorregelaar/de boosterpomp wordt bij aanwezig buf-
ferreservoir hydraulisch voor het bufferreservoir gerangschikt
- Na bufferreservoir: de voorregelaar/de boosterpomp wordt bij aanwezig buffer-
reservoir hydraulisch na het bufferreservoir gerangschikt
Warmtepomp
- Temperatuurvraag: De condensatorpomp loopt zodra een geldige temperatu-
urvraag aanwezig is.
- Parallel comp bedrijf: De condensatorpomp loopt wanneer de compressor in be-
drijf is of het elekro- element in de aanvoer ingeschakeld is.
Voor de inbedrijfsname van de compressor moet de condensator-pomp in bedrijf
genomen worden, om te zorgen dat de voelers een correcte temperatuur kunnen
meten.
De waarde moet minder of gelijk aan de "Voorlooptijd bron" (prog.-nr. 2819) zijn.
Na het uitschakelen van de compressor loopt de condensator-pomp nog de inge-
stelde nadraaitijd door.
Bij een warmtepompen-storing schakelt de condensatorpomp uit tot de storing
verholpen is.
De vorstbeveiliging van het systeem, de vorstbeveiliging van de warmtepomp als-
mede de elektroverwarmingmodule K25 kunnen de condensatorpomp echter nog
steeds activeren, voor zover ze actief zijn.
Voor de inbedrijfsname van de compressor moet de bronpomp/ventilator in be-
drijf genomen worden, om te zorgen dat de verdamper doorstroomd is en de voe-
lers een correcte temperatuur kunnen meten.
De waarde moet groter of gelijk aan de "Voorlooptijd condensator" (prog.-nr.
2802) zijn.
Na het uitschakelen van de compressor loopt de bronpomp/ventilator nog de in-
gestelde nadraaitijd door.
Voor systemen zonder buffer- of combireservoir
Als de retourtemperatuur de streefwaarde met een half schakelverschil over-
schrijdt, schakelt de warmtepomp uit, als zij de streefwaarde met een half scha-
kelverschil overschrijdt, activeert de regelaar de inbedrijfsname van de warmte-
pomp.
Daalt de retourstreefwaarde onder de 30°C, dan vermindert het schakelverschil in
die mate, dat het inschakelpunt de streefwaarde nadert. Bij een retourstreef-
waarde van 20°C ligt het inschakelpunt bij de retourstreefwaarde.
De berekening van de retourtemperatuur-streefwaarde staat bij prog.-nr. 5810
beschreven.
SensoTherm BLW 7 - 20
Programmering
89

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave