Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie; Hydraulische Aansluitingen Aan Het Verwarmingssysteem - BRÖTJE SensoTherm BLW 7 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor SensoTherm BLW 7:
Inhoudsopgave

Advertenties

6. Installatie

6.1 Hydraulische aansluitingen
aan het
verwarmingssysteem
369622 10.10
Voor de inbedrijfsname moeten alle transportbeveiligingen verwijderd worden.
De voorschriften en schema's moeten nauwkeuring in acht genomen worden.
De toebehoren moeten door een vakkundige (verwarmingsinstallateur) conform
de ingesloten montageaanwijzingen gemonteerd worden.
De geluidsemissies van de warmtepomp zijn dankzij de drietraps, geluidsabsorbe-
rende ophanging van de mobiele delen alsmede de geluidsisolerende beplating
zeer laag. De effectieve geluidswaarde hangt naast andere factoren echter ook af
van de geluidsisolatie of reflectie van de omliggende materialen alsmede van de
mogelijkheid van het geluid zich via contactgeluid te verbreiden.
Pijpleidingen en elektrische leidingen moeten aan het metselwerk bevestigd wor-
den - niet aan de warmtepomp. Al deze aansluitingen moeten met flexibele ver-
bindingen aan de warmtepomp aangesloten worden, zodat deze vrij kan vibreren,
met name bij het opstarten van de compressor of ventilator. Alleen zo kan de over-
dracht van contactgeluid vermeden worden.
De pijpleidingen kunnen van links of rechts toegevoerd worden en worden in het
warmtepompbinnenste aangesloten.
De leiding moet zo aangelegd worden dat de drukafvallen bij de nominale volu-
mestroom niet de beschikbare druk overschrijden, omdat dat een vermindering
van de prestatie van de warmtepomp ten gevolge heeft. Tevens mogen de pijplei-
dingen van het verwarmingscircuit geen te scherpe bochten maken.
De pijpleidingen moeten bovendien voldoende geïsoleerd worden, om onnodige
warmteverliezen en het ontstaan van condenswater te voorkomen, die de pijplei-
dingen of de opstelruimte schade zou kunnen toebrengen.
Het systeem moet grondig gespoeld worden voordat het op de warmtepomp aan-
gesloten wordt.
Condenswaterafvoer
De condenswaterafvoer moet zo dicht mogelijk bij de aansluiting op de warmte-
pomp aangelegd worden. Om te voorkomen dat ruimtelucht of afvoerlucht in de
warmtepomp gezogen wordt, moet de condenswaterafvoer via een sifon met een
minimum hoogte van 100 mm luchtdicht aan de warmtepomp aangesloten wor-
den. De condenswater- afvoerpijp mag geen verjongingen hebben en moet een
doorlopende neergaande hellingshoek van minstens 2% hebben, zodat het water
altijd goed weg kan vloeien.
Wisselen van de hydr. en elektr. aansluitingen
De leidingen worden standaard aan de linker kant van het toestel aangesloten.
Wilt men echter de rechter kant gebruiken, dan kunnen de platen (1 en 2) met de
plaat aan de tegenoverliggende zijde gewisseld worden. De slangen en kabels wor-
den binnen het toestel naar de andere kant getrokken en door de uitsparing in
plaat 1 getrokken.
SensoTherm BLW 7 - 20
Installatie
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave