Algemene problemen oplossen
Als het apparaat niet op de juiste wijze reageert, loopt u de punten in de volgende controlelijst een voor een
na. Als het apparaat ergens niet verder wil, gaat u te werk volgens de suggesties voor probleemoplossing. Als
het probleem na een bepaalde stap is opgelost, hoeft u de resterende stappen in de controlelijst niet meer uit
te voeren.
Controlelijst voor het oplossen van problemen
1.
Controleer of het Klaar-lampje op het apparaat brandt. Voer de volgende stappen uit als er geen
lampjes branden:
a.
Controleer alle kabels en netsnoeren.
b.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
c.
Controleer of het voltage geschikt is voor de netstroominstelling van het apparaat. (Zie het etiket
aan de achterzijde van het apparaat voor de voltagespecificaties.) Als u een powerstrip gebruikt
waarvan het voltage buiten de specificaties valt, steekt u de stekker rechtstreeks in het
stopcontact. Als de stekker al in het stopcontact is gestoken, probeert u een ander stopcontact.
d.
Neem contact op met de HP klantenondersteuning als de MFP nog geen stroom krijgt.
2.
Controleer de bekabeling
a.
Controleer de kabelaansluitingen tussen het apparaat en de computer of de netwerkpoort. Zorg
ervoor dat de kabel goed is aangesloten.
b.
Controleer of de kabel beschadigd is door zo mogelijk een andere kabel te gebruiken.
c.
Controleer de netwerkverbinding.
3.
Controleer of er lampjes op het bedieningspaneel branden. Zie
op pagina
4.
Controleer of het gebruikte papier aan de specificaties voldoet.
5.
Druk een configuratiepagina af. Zie
a.
Als de pagina niet wordt afgedrukt, moet u controleren of ten minste één lade papier bevat.
b.
Zie
6.
Controleer de volgende punten als de configuratiepagina wordt afgedrukt:
a.
Als de pagina niet correct wordt afgedrukt, ligt het probleem aan de hardware van het apparaat.
Neem contact op met HP Klantenondersteuning.
b.
Als de pagina correct wordt afgedrukt, functioneert de hardware van het apparaat naar behoren.
Het probleem ligt bij de computer die u gebruikt of bij de printerdriver of het programma.
7.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows: Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
Dubbelklik op de naam van het apparaat.
-of-
Mac OS X: Open Afdrukbeheer (of Printerconfiguratie) en dubbelklik op de regel voor de printer.
74
Hoofdstuk 10 Problemen oplossen
77.
Storingen verhelpen op pagina 86
Informatiepagina's afdrukken op pagina
als het papier vastloopt in het apparaat.
Patronen voor statuslampjes
56.
NLWW