1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
4
Weergaveapparaten aansluiten
Het toestel is voorzien van verschillende ingangen waaronder HDMI-ingangen, zodat u
verschillende weergaveapparaten kunt aansluiten. Raadpleeg de volgende pagina's
voor informatie over het aansluiten van een iPod of een USB-opslagapparaat.
– Een iPod aansluiten (p. 67)
– Een USB-opslagapparaat aansluiten (p. 70)
Videoapparaten (zoals bd/dvd-spelers) aansluiten
Sluit videoapparaten, zoals bd/dvd-spelers, settopboxes (STB's) en gameconsoles aan
op het toestel. Kies een van de volgende aansluitingen, afhankelijk van welke
video/audio-uitgangen beschikbaar zijn op het videoapparaat. Wij raden u aan een
HDMI-aansluiting te gebruiken als het videoapparaat een HDMI-uitgang heeft.
• Als de combinatie van video-/audio-ingangsaansluitingen die op het toestel beschikbaar zijn, niet
overeenkomt met uw videoapparaat, verandert u de combinatie overeenkomstig de uitgangen van uw
apparaat (p. 28).
■
HDMI-aansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een HDMI-kabel.
Het toestel
HDMI 1–5-aansluitingen
(achterzijde)
HDMI 1
HDMI 2
HDCP2.2
HDCP2.2
WIRELESS
HDMI 1
HDMI 2
HDMI 3
HDMI 4
HDMI 5
HDCP2.2
HDCP2.2
HDCP2.2
(BD/DVD)
(BD/DVD)
ARC
ANTENNA
(RADIO)
FM
AM
P
R
Y
P
B
P
R
SPEAKERS
COMPONENT
VIDEO
CLASS 2 WIRING CABLAGE
SURROUND
CENTER
MONITOR OUT
VIDEO
T VIDEO
VIDEO
SINGLE
1
2
ZONE 2
SUR. BACK
SURROUND
CENTER
FRONT
SUBWOOFER
O 1
AUDIO 2
AV 5
AV 6
ZONE OUT
PRE OUT
Als u de signaalbron selecteert door op HDMI 1–5 te drukken, wordt de video/audio die
op het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
• Als u video's wilt bekijken die worden ontvangen via de HDMI 1–5-aansluitingen, moet u ook uw tv
aansluiten op de HDMI OUT-aansluiting van het toestel (p. 25).
• Als uw videoapparaat HDCP 2.2 ondersteunt, sluit het apparaat dan aan op de HDMI 1–3-aansluitingen.
HDMI 3
HDMI 4
HDMI 5
HDCP2.2
HDMI
HDMI-uitgang
HDMI
HDMI
Videoapparaat
■
Componentvideoaansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een componentvideokabel en een
audiokabel (digitaal optisch of digitaal coaxiaal). Kies een set ingangen (op het
toestel), afhankelijk van welke video/audio-uitgangen beschikbaar zijn op het
videoapparaat.
Uitgangen op videoapparaat
Video
Componentvideo
Digitaal coaxiaal
AV 1–2
(COMPONENT VIDEO)-
Het toestel
aansluitingen
(achterzijde)
P
Y
P
R
B
TRIGGER OUT
12V
0.1A
HDMI 1
HDMI 2
H
HDMI OUT
HDCP2.2
HDCP2.2
H
HDCP2.2
IN
2
1
(BD/DVD)
ARC
OUT
REMOTE
ANTENNA
OPTICAL
VIDEO
(RADIO)
FM
AM
(TV)
COMPONENT VIDEO
AV4
COAXIAL
AV3
Y
P
P
Y
P
P
B
R
B
R
COM
AV2
MONITO
OPTICAL
V
AV 1
COMPONENT VIDEO
VIDEO
SING
C
AV2
ZONE 2
SUR. BA
AUDIO 1
AUDIO 2
AV 5
AV 6
ZONE OUT
OPTICAL
O
AV 1
AV 1 (OPTICAL)-aansluiting of
AV 2 (COAXIAL)-aansluiting
Als u de signaalbron selecteert door op AV 1–2 te drukken, wordt de video/audio die op
het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
• De componentvideosignalen (anders dan 480i/576i-signalen) die naar de AV 1–2-aansluitingen van het
toestel worden verzonden, kunnen alleen vanaf de MONITOR OUT (COMPONENT VIDEO)-aansluitingen
worden verzonden. Als u die video's wilt bekijken, moet u uw tv aansluiten op de MONITOR OUT
(COMPONENT VIDEO)-aansluitingen van het toestel (p. 25). Zie "Videosignaalstroom" (p. 138) voor meer
informatie.
27
Nl
Ingangaansluitingen op het toestel
Audio
Digitaal optisch
AV 1 (COMPONENT VIDEO + OPTICAL)
AV 2 (COMPONENT VIDEO + COAXIAL)
Video-uitgang
(componentvideo)
COMPONENT
VIDEO
P
R
P
P
R
B
P
R
Y
P
B
Y
P
B
Y
C
COAXIAL
O
Videoapparaat
OPTICAL
Audio-uitgang
(digitaal optisch of digitaal coaxiaal)