Montagehandleiding
7.6.6
Afstellen van de voorspanning van de tandriem
Stel de afstandsmaat van de slederand tot de rand van de behuizing van het aandrijfblok in
op 200 mm volgens Afb. 7.24.
Gebruik de spanschroeven [1] in de riemspanner om de voorspanning van de tandriem te
verhogen tot de riemfrequentie is ingesteld volgens Tabel 7.4. Daartoe meet u de frequentie
met een riemspanningsmeter over de rug van de tandriem. Neem de gebruiksaanwijzing van
de gebruikte riemspanningsmeter in acht.
Afb. 7.24: Voorspannen van de tandriem
Tabel 7.4: Instelling van de riempartfrequentie
Bouwgrootte
Lagere waarde
partfrequentie [Hz]
HM040B
108
HM060B
143
HM080B
138
HM120B
133
Verplaats de slede handmatig enkele malen van eindpositie naar eindpositie en controleer
de partfrequentie opnieuw zoals hierboven beschreven. Als de frequentie niet binnen het
gespecificeerde bereik ligt volgens Tabel 7.4, corrigeer de voorspanning dan opnieuw met
behulp van de spanschroeven.
De nieuwe riem is gemonteerd.
7.6.7
Montage van de aanbouwcomponenten
Monteer de eindstukken van de slede en eventueel de afdekbandgeleiders incl. afdekband
zoals beschreven in hoofdstuk 7.3 vanaf blz. 115.
Monteer de aandrijfelementen zoals vermeld in paragraaf 6.6 vanaf pagina 77.
HM-B, HT-B, HC-B, HD, HS
Instelpunt
partfrequentie [Hz]
121
160
154
149
HMB_HTB_HCB_HD_HS-01-6-NL-2306-MA
Onderhoud en reiniging
Bovenste waarde
partfrequentie [Hz]
133
175
169
163
pag. 124 van 192