Eventuele kosten voor het retourneren van de pomp
zijn voor rekening van de klant.
Indien de pomp is gebruikt voor vloeistoffen die
schadelijk zijn voor de gezondheid, dient de aan-
vraag voor een servicebeurt te allen tijde vergezeld
te gaan van gegevens over het gepompte medium.
7. Opsporen van storingen
Storing
Oorzaak
1. Pomp start niet.
a) Geen voedingsspanning
b) Motor is uitgeschakeld door niveauscha-
c) De zekeringen zijn doorgebrand.
d) De motorbeveiliging/thermisch relais
e) Waaier geblokkeerd door verontreinigin-
f) Kortsluiting in kabel of motor.
2. Motorbeveiliging/
a) Temperatuur medium te hoog.
thermisch relais
b) Waaier (gedeeltelijk) verstopt door ver-
schakelt motor na
korte tijd uit.
c) Fasestoring.
d) Voedingsspanning te laag.
e) Instelling motorbeveiliging te laag.
f) Verkeerde draairichting, zie paragraaf
3. Pomp draait con-
a) Pomp gedeeltelijk verstopt door verontrei-
tinu, maar geeft
onvoldoende wa-
b) Persleiding, terugslagklep of afsluiter ge-
ter.
c) Waaier niet goed aan as gemonteerd.
d) Verkeerde draairichting, zie paragraaf
e) Verkeerde instelling niveauschakelaar.
f) Pomp te klein voor de toepassing.
g) Waaier versleten.
4. Pomp draait, maar
a) Pomp verstopt door verontreinigingen.
geeft geen water.
b) Persleiding of terugslagklep geblokkeerd
c) Waaier niet goed aan as gemonteerd.
d) Lucht in pomp.
e) Vloeistofpeil te laag. Aanzuigzijde pomp
f) Niveauschakelaar kan niet vrij bewegen.
54
.
kelaar.
heeft de motor uitgeschakeld.
gen.
ontreinigingen.
3.1 Controle van de draairichting.
nigingen.
deeltelijk verstopt door verontreinigingen.
3.1 Controle van de draairichting.
door verontreinigingen.
niet volledig ondergedompeld.
Oplossing
Sluit de voedingsspanning aan.
Pas de instelling van de niveauscha-
kelaar aan of vervang deze.
Vervang de zekeringen.
Wacht tot de motorbeveiliging de mo-
tor opnieuw inschakelt/reset het re-
lais.
Reinig de waaier.
Vervang het defecte onderdeel.
Gebruik een ander pomptype.
Reinig de pomp.
Raadpleeg een elektricien.
Raadpleeg een elektricien.
Pas de instelling aan.
Verander de draairichting.
Reinig de pomp.
Reinig de persleiding.
Zet de waaier goed vast.
Verander de draairichting.
Pas de instelling aan.
Vervang de pomp.
Vervang de waaier.
Reinig de pomp.
Reinig de persleiding.
Zet de waaier goed vast.
Ontlucht pomp en persleiding.
Dompel de pomp in de vloeistof of pas
de instelling van de niveauschakelaar
aan.
Zorg dat de niveauschakelaar vrij kan
bewegen.