Batterij plaatsen [ afb. I1 ]:
De batterij is niet bij de leveringsomvang inbegrepen.
De gebruiksduur bedraagt ca. 1 jaar. Afhankelijk van de
buitentemperatuur en de frequentie van de verzendingen
kan de gebruiksduur variëren.
1. Trek de besturingsmodule van het ventiel af.
(B)
2. Plaats de batterij
in het batterijvak
(Let daarbij op de polariteit + / –.)
De Connection-LED knippert.
3. Druk de besturingsmodule weer op het ventiel.
Ventielomhulling installeren [ afb. I2 / I3 / I4 ]:
Wanneer het beregeningsventiel ondergronds wordt geïn-
stalleerd, moet het in een stevige en stabiele ventielomhul-
(6)
ling
(ventielbox/ventielschacht) worden ingebouwd.
Bijv. GARDENA art. 1254 / 1255 / 1290 /1292.
1. Maak een installatieschema. Meer informatie vindt u in
de GARDENA brochure "Automatische besproeiing".
2. Bij ondergrondse installatie: plaats een laag grof grind
onder de ventielomhulling
3. Plaats de bovenkant van de ventielomhulling op gelijk
niveau met de grasnerf.
Zo zijn beschadigingen tijdens het grasmaaien uitge-
sloten.
Hoe u de beregeningsventielen in de GARDENA ventiel-
boxen V1 en V3 moet monteren, vindt u in de desbetref-
fende gebruiksaanwijzing.
(5)
.
(6)
voor drainage.
Montage van het beregeningsventiel zonder ventiel-
box [ afb. I5 ]:
LET OP! Doorstroomrichting!
v Let voor het functioneren volgens de voor-
schriften bij het monteren van het beregenings-
ventiel
(8)
op de doorstroomrichting (pijlen).
1. Dicht de schroefverbindingen af met GARDENA PTFE-
afdichttape art. 7219.
GARDENA aanvoerbuizen
buizen / slangen van een andere fabrikant aansluiten:
2. Schroef het GARDENA verbindingsstuk
in het beregeningsventiel
3. Sluit de GARDENA aanvoerbuizen
slangen van een andere fabrikant (25 mm) aan.
Bodemvochtigheidssensor (optioneel) aansluiten
[ afb. I6 ]:
Behalve de tijdsafhankelijke besturing bestaat er ook een
(7)
mogelijkheid rekening te houden met de vochtigheid van
de bodem.
Wanneer de bodem voldoende vochtig is, wordt de
besproeiing afgebroken of overgeslagen.
1. Plaats de bodemvochtigheidssensor
ingszone.
(12)
2. Steek de stekker
besturingsmodule
(9)
(2700 / 2701 / 2718) of
(10)
(8)
.
(9)
of buizen /
(11)
in de besproei-
in de sensoraansluiting van de
(8)
.
art. 2763
7