Spanning aandrijfriem controleren
De juiste riemspanning is essentieel voor de optimale werking
van het aandrijfsysteem.
Te weinig riemspanning kan "overspringen" tot gevolg hebben.
De tanden van de riem schuiven over de tanden van de
achterste tandwielriem. Dit veroorzaakt een onaangenaam
geluid; het overspringen kan ook schade veroorzaken aan de
trekvaste koolstof strengen. Als er sprake van overspringen is,
moet u de riem vervangen voordat u weer gaat rijden.
Te veel spanning kan de slijtage van uw aandrijfsysteem
vergroten en het systeem kan slepen.
De spanning wordt gecontroleerd met een spanningstester.
De spanningstester heeft een kunststof meetarm, die zich in
een sleuf bevindt. Naast deze sleuf is een meetschaal. Het punt
waar de meetarm en de meetschaal elkaar tegenkomen, geeft
de spanning van de riem aan. Er zit een knop (klikblok) aan de
bovenzijde van de spanningtester waar u uw vinger met een
rubberen bandhouder kunt beveiligen. Onder dit klikblok zit een
veer. Als op de veer een bepaalde druk wordt toegepast, maakt
hij een klikkend geluid.
Opmerking: het achterspatbord zit in de weg als u de
riemspanning met de spanningtester van de bovenkant
controleert. De riemspanning kan zonder problemen vanaf de
onderkant van de motorfiets worden gecontroleerd.
Algemeen onderhoud
1. Haal de sleutel uit de contactschakelaar.
2. Druk geleidelijk op de spanningtester op de niet-getande
zijde van de riem, halverwege tussen de
motor-aangedreven tandwielriem en die van het achterwiel.
Het "lipje" van de tester geleid de tester op de riem.
3. Voer de druk op de tester langzaam op totdat u een klikkend
geluid hoort. Voer de druk niet op nadat de tester heeft
geklikt.
4. Haal de tester voorzichtig van de riem. Vermijd ruwe
bewegingen met de tester, dit zou namelijk de resultaten
van de meting veranderen.
5. Pas aandrijfriemspanning als de meting buiten het
aanbevolen bereik.
Energie systeem
Riem Pitch
ZF6.5
8 mm
ZF13
11 mm
Aanbevolen spanning Range
20 kg to 30 kg
25 kg to 76.5 kg
6.17