Algemeen onderhoud
Bandenspanning
WAARSCHUWING! Te weinig lucht in de banden is een
veelvoorkomende oorzaak van problemen met banden en kan
in ernstige scheuren, loslatend profielen, "klapbanden" of
onverwacht controleverlies over de motorfiets resulteren, met
ernstig letsel of de dood tot gevolg.
De bandendruk moet voor elke rit worden gecontroleerd en aan
de juiste spanning worden aangepast. De bandendruk moet
m.b.v. een nauwkeurige meter worden gecontroleerd wanneer
de banden koud zijn. Dit houdt in dat ten minste 3 uur niet met
de banden is gereden. Plaats altijd het ventieldopje weer
wanneer u de bandendruk hebt aangepast.
MODEL
VOOR
S & SR
221 kPa
DS & DSR
221 kPa
6.16
Aandrijfriem
De aandrijfriem behoeft weinig onderhoud en werkt rustig met
minimale rek. Houd stof, vet, olie en vuil van de riem en
tandriemwielen. De spanning van de aandrijfriem moet volgens
de in het Onderhoudsschema aangegeven intervallen worden
gecontroleerd en aangepast. Ga voor informatie over
onderhoud naar het onderhoudsschema op pagina 6.2.
Reinig de riem met milde zeep en water wanneer u uw
motorfiets wast. Droog met een handdoek en inspecteer op het
volgende:
• Sneetjes of ongewone slijtagepatronen.
• Beschadiging in het midden van de riem.
• Afschuining van de buitenrand. Een beetje afschuining is
ACHTER
234 kPa
• Geribbelde buitenoppervlak op tekenen van steenslag.
234 kPa
• Binnenzijde (tandgedeelte) van de riem op blootgelegde
• Tekenen van perforatie of barsten aan de basis van de
In alle bovenstaande gevallen moet de riem worden vervangen.
normaal maar duidt op slecht uitgelijnde tandriemwielen.
getrokken draden, die normaal gesproken door een
nylonlaag en polyethyleenlaag zijn bedekt. Hierdoor zal de
riem het begeven en dit duidt op versleten tanden van de
tandwielriem.
riemtanden.