Accupakket en opladen
De snellader gebruiken
Opladen met de snellader
1. Zorg er voor dat de contactschakelaar in de OFF-positie
staat
2. Zorg ervoor dat de snellader is losgekoppeld en geen
stroom heeft.
3. Zoek de aansluiting (A) van de hulplader en verwijder de
beschermkap.
4. Sluit de lader van het accupakket op de aansluiting van het
accupakket (A) aan.
5. Sluit de onboard-lader aan (zie "Het accupakket laden",
pagina 5-3) of zet de contactsleutel in de ON-positie. Als
het goed is, hoort u de contactors sluiten en wordt de
huidige laadstatus (SOC) op het dashboard weergegeven.
5.6
6. Stop het AC.netsnoer in een AC-stopcontact. Sluit de lader
altijd op een GEAARD contact aan. Vermijd bij gebruik van
een verlengsnoer buitensporige spanningsdalingen door
van een geaard, 3-draadse, 12-AWG snoer van niet langer
dan 7,6 m gebruik te maken. De lader kan op stroom van
120 V AC of 240 V AC worden gebruikt. De spanning is niet
van invloed op de hoeveelheid tijd die nodig is om de
motorfiets op te laden.
7. Doe het AC-netsnoer in het AC.contact op de
off-board-hulplader. Zie "Snelladen (Niet-geïntegreerde
hulplader)", pagina 5-5.
8. Het groene ledlampje op het dashboard begint te knipperen
om de laadstroom aan te geven. Als de contactsleutel in de
ON-positie is gezet, zet u hem nu weer in de OFF-positie.
9. Wanneer het groene ledlampje blijft branden of de SOC
geeft 100% aan, dan is het accusysteem helemaal
opgeladen en kunt u de oplader los maken. Wanneer het
accupakket helemaal is opgeladen, maakt u de oplader(s)
los en doet u de beschermkap weer op zijn plaats om te
voorkomen dat er water in kan komen. Dit zou
waarschuwingslampjes op het dashboard kunnen activeren.