INFORMATIE
Nadat de boiler voor de eerste keer AAN werd gezet, zal
de
capaciteit
van
de
12 minuten niet boven een vooraf ingestelde capaciteit
gaan, ook als er vraag is.
▪ Eerste
0~2
gasafstellingssysteem ijkt zichzelf.
▪ De volgende 8~10 minuten: de boiler voert de
lagewatertemperatuurfunctie uit. U kunt deze functie
overslaan door 5 seconden op de knop Annuleren te
drukken.
5.4.2
De rookgasafvoeruitstoot meten
OPMERKING
Controleer
of
alle
watercirculatie toegestaan is.
1 Verander de bedrijfsmodus naar stand-by.
2 Alvorens u de "sweeper"-stand activeert, dient het gasanalyse-
apparaat op de correcte positie op de rookafvoer worden
gemonteerd.
3 Om de "sweeper"-stand te activeren, houdt u de "Annuleren"-
en "Menu"-knoppen samen 5 seconden ingedrukt. In de
"sweeper"-stand kan de boiler aan de maximale en minimale
capaciteit worden gebruikt, onafhankelijk van de warmtevraag.
4 Wanneer de "sweeper"-stand geactiveerd is, zal de tekst "tst -
100" op het scherm verschijnen. Dit betekent dat de boiler aan
nominale capaciteit werken. Controleer de CO
nominale capaciteit.
5 Om tussen nominale en minimale capaciteiten te schakelen,
drukt u op de "Stand"-knop. De tekst "tst - xx" zal op het scherm
verschijnen. Dit betekent dat de boiler aan minimale capaciteit
werkt. Controleer de CO
-waarden aan minimale capaciteit.
2
6 Om de "sweeper"-stand te verlaten, houd u de "Annuleren"- en
"Menu"-knoppen samen 5 seconden ingedrukt. De "sweeper"-
stand zal worden uitgeschakeld en de boiler zal terugkeren
naar de normale bedrijfsstand. De "sweeper"-stand wordt ook
automatisch uitgeschakeld na 15 minuten.
INFORMATIE
"xx" verwijst naar de minimale procentuele capaciteit en
deze waarde kan verschillen naargelang het model.
De CO
-waarden moeten binnen de grenzen zijn zoals aangegeven
2
in de onderstaande tabel.
CO
-uitstoot
2
CO
-uitstoot bij nominale en
2
minimale warmte-invoer (G20)
CO
-uitstoot bij nominale en
2
minimale warmte-invoer (G31)
Gasinlaatdruk
G20 (min. / max.)
G31 (min. / max.)
5.4.3
De capaciteitsinstelling van de centrale
verwarming in bedrijf stellen
De capaciteit van de centrale verwarming van de boiler kan worden
geregeld via het bedieningspaneel. Als het warmteverlies van de
installatie veel kleiner is dan de nominale capaciteit van de boiler, is
het aan te raden om de nominale capaciteit van de boiler te verlagen
tot de capaciteit van de installatie. Raadpleeg hiervoor de
onderhoudsinstructies.
D2CND028+035A1/4AB + D2TND028+035A4AB
Wandgemonteerde condensatieboiler
3P469346-5N – 2019.11
boiler
gedurende
ongeveer
minuten:
het
elektronische
radiatorkranen
open
staan
-waarden aan
2
Toestel
Waarde
%
9,0 ± 0,8
%
11,3 ± 1,0
Toestel
Waarde
mbar
17 / 30
mbar
25 / 45
6 Overhandiging aan de gebruiker
5.4.4
Het warm tapwater in bedrijf stellen
(Enkel voor modellen D2CND028 en D2CND035 )
1 Stel de instellingstemperatuur voor het warm tapwater in op het
maximum via de rechtse draaiknop.
2 Zet de warm-waterkranen volledig open en zorg dat het water
er geheel onbelemmerd uit kan stromen.
3
-pictogram zal knipperen wanneer de verwarming voor warm
tapwater actief is.
4 Meet de inlaattemperatuur van het warm tapwater. (Koud water
afgenomen van de kranen)
5 Controleer of de temperatuurstijging van het warm tapwater
ongeveer 34°C bedraagt.
en
6
Overhandiging aan de
gebruiker
Nadat het systeem volledig is geïnstalleerd en in bedrijf is gesteld,
moet de installateur het systeem overdragen aan de eigenaar.
▪ Geeft de gebruiksaanwijzing aan de eigenaar en wijs hem/haar op
zijn/haar verantwoordelijkheden in het kader van de geldende
nationale regelgevingen.
▪ Leg uit en toon hoe ze de unit moeten activeren en uitschakelen.
▪ Leg de functie en het gebruik uit van de bedieningselementen van
de boiler voor de verwarming en voor het warm tapwater.
▪ Leg uit en toon hoe de temperatuurregeling, radiatorkranen, enz.
moeten worden gebruikt voor een zuinige werking van het
systeem.
▪ Leg de functie van de storingsstand van de boiler uit. Leg uit dat
wanneer er een fout wordt aangegeven, informatie daarover is te
vinden onder "Foutcodes" in de gebruiksaanwijzing.
▪ Informeer de gebruiker over de vorstbeveiligingsfunctie en geef
hem de raad om de elektrische stroomtoevoer naar de boiler nooit
uit te schakelen.
▪ Benadruk dat er jaarlijks een grondig onderhoud moet worden
uitgevoerd, met name voor de winter.
▪ Wijs de eigenaar op de garantie en leg hem uit dat hij die moet
registreren om er ten volle gebruik van te kunnen maken.
Installatiehandleiding
27