Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Richtlijnen Voor Het Aansluiten Van De Waterleiding; Richtlijnen Voor Het Aansluiten Van De Elektrische Bedrading - Daikin D2CND028A1AB Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor D2CND028A1AB:
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Installatie
4.8.3
Richtlijnen voor het aansluiten van de
waterleiding
Wanneer u het leidingwerk op de boiler aansluit, moet u de volgende
instructies in aanmerking nemen:
WAARSCHUWING
Het niet naleven van de onderstaande regels kan ernstige
beschadigingen in de installatie of de boiler tot gevolg
hebben of oncomfortabele situaties voor de gebruiker
veroorzaken. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
beschadigingen die op deze manier kunnen ontstaan.
▪ De boiler moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de
geldende wetgeving, normen en regelgevingen.
▪ De materialen die in de installatie worden gebruikt, moeten
beantwoorden
aan
de
geldende
regelgevingen.
▪ Het leidingwerk van de verwarmingsinstallatie mag geen
zuurstofdiffusie toelaten, conform DIN4726.
▪ De installatie van de centrale verwarming/warm tapwater moet
worden gespoeld en visueel gecontroleerd. Afval, stof, rubberen
en metalen deeltjes die tijdens de installatie en montage van de
boiler ontstaan, moeten worden verwijderd om beschadiging te
voorkomen.
▪ Het centrale-verwarmingscircuit moet bestand zijn tegen een druk
van ten minste 6 bar.
▪ Bij radiatoren langer dan 1,5  meter is een kruiskoppeling te
verkiezen.
▪ De leiding van de veiligheidsklep moet op een wateruitlaat worden
aangesloten met een bijkomende slang of leiding. Deze uitlaat
mag niet worden geïnstalleerd op plaatsen waar een risico op
bevriezing bestaat of in de goot, en mag niet uitkomen op een
droge vloer zonder gepaste afvoer om beschadiging van de
vloerbekleding (zoals bijvoorbeeld parket) te voorkomen.
▪ De maximale druk in de leiding van het warm tapwater is 10 bar.
Houd hier rekening mee bij het inspecteren van het leidingwerk.
Als de waterdruk van de hoofdwatertoevoer te hoog is, gebruik
dan een gepaste drukverminderaar. De installatie moet voldoen
aan EN 15502-2-2.
▪ Aangezien condensatieboilers condenswater genereren, moet de
condensatieopvangbak aangesloten zijn op een open afvoer. De
leidingen en elementen van de afvoerleiding moeten gemaakt zijn
van zuurbestendig materiaal zoals plastic. Metalen zoals staal of
koper zijn niet toegelaten.
▪ Het systeem moet volledig luchtvrij zijn om de boiler te
beschermen. De boiler is uitgerust met twee automatische
ontluchtingspunten, één bij de warmtewisselaar, de andere op de
Installatiehandleiding
14
wetgeving,
normen
en
pomp. Zorg ervoor dat de lucht telkens volledig wordt afgelaten
voordat u de installatie met water vult. Ontlucht indien nodig de
radiatoren.
▪ Als de boiler moet worden aangesloten op een oude installatie
voor centrale verwarming/warm tapwater, dan moet u de oude
installatie eerst visueel inspecteren. De installatie moet geschikt
zijn voor de capaciteit van de boiler en mag de goede werking
ervan niet in het gedrang brengen. Het oude systeem en de
leidingen moeten worden gespoeld om vuil te verwijderen en de
filters moeten worden geïnspecteerd.
▪ Als het oude leidingwerk niet is voorzien van een zuurstofbarrière,
dan moet het van het boilercircuit worden gescheiden via een
platenwarmtewisselaar en moet een tweede pomp worden
geïnstalleerd voor de noodzakelijke circulatie.
▪ Als de drukwaarde op de gebruikersinterface van de boiler
geregeld daalt, zit er naar alle waarschijnlijkheid een lek in de
installatie.
Inspecteer
de
herstellingen uit.
▪ Indien het warm tapwater via een zonnetank vooraf door de zon
wordt voorverwarmd, installeer dan de thermostatische mengklep
aan de uitgang en ingang van het warm tapwater.
4.8.4
Richtlijnen voor het aansluiten van de
elektrische bedrading
GEVAAR
Haal de unit altijd van het stroomnet voordat u
werkzaamheden aan het elektrische circuit gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
Enkel bevoegde personen mogen elektrische aansluitingen
op de unit uitvoeren. Wanneer deze waarschuwing niet
wordt nageleefd, wordt de garantie nietig. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor beschadigingen die op deze
manier kunnen ontstaan.
WAARSCHUWING
Gebruik een afzonderlijk voedingscircuit. Gebruik nooit een
stroomkabel die wordt gedeeld met een ander toestel.
De unit werkt op 230 V AC 50 Hz. Er wordt een gepaste stroomkabel
meegeleverd in de verpakking. Deze kabel moet op de voeding
worden aangesloten door een elektricien en conform de geldende
wetgeving.
3×0.75 TTR / 230 V
H05RN
a
Veiligheidsonderbreker (2 A)
b
Aardlekschakelaar
Cat. III
Overspanning categorie III
▪ Werkzaamheden met betrekking tot de elektrische bedrading en
dergelijke moeten strikt volgens de installatie handleiding en de
nationale regelgeving ter zake worden verricht.
▪ Onvoldoende capaciteit of onvolledige installatie kan kortsluiting of
brand veroorzaken.
▪ Er moet een hoofdschakelaar (of een ander middel om uit te
schakelen) tussen de vaste bedrading geplaatst worden; deze
schakelaar dient het contact van alle polen volledig te verbreken
en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie-III-
specificatie wanneer hij open staat.
D2CND028+035A1/4AB + D2TND028+035A4AB
installatie
en
voer
de
nodige
Cat. III
a
b
1~ 230 V
50 Hz
Wandgemonteerde condensatieboiler
3P469346-5N – 2019.11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

D2cnd028a4abD2cnd035a1abD2cnd035a4abD2tnd028a4abD2tnd035a4ab

Inhoudsopgave