SIM-kaart
De SIM-kaart (Subscriber Identity Module), die
u van uw netwerkoperator hebt ontvangen, bevat
informatie over uw abonnement. Zet de telefoon
altijd uit en koppel de oplader en de batterij los
voordat u de SIM-kaart plaatst of verwijdert.
U kunt contacten op de SIM-kaart opslaan voordat
u deze uit de telefoon haalt. U kunt contacten ook in het
telefoongeheugen opslaan. Zie Contacten op pagina 27.
PIN-code (SIM-kaartblokkering)
De PIN-code (Personal Identification Number) is een
SIM-kaartblokkering waarmee uw abonnement, maar niet
de telefoon zelf, wordt beveiligd. Als de kaart is geblokkeerd,
moet u de PIN-code invoeren als u de telefoon inschakelt.
Raadpleeg SIM-kaartblokkering op pagina 36 als u uw
PIN-code wilt wijzigen.
Elk cijfer van de PIN-code verschijnt als een *, tenzij de code
begint met de cijfers van het alarmnummer, bijvoorbeeld
112 of 911. U kunt alarmnummers bellen zonder dat eerst
de PIN-code moet worden ingevoerd.
Als u driemaal na elkaar de verkeerde PIN-code invoert, wordt
PIN geblokkeerd
door uw PUK-code (Personal Unblocking Key) in te voeren.
This is the Internet version of the User guide. © Print only for private use.
weergegeven. U heft de blokkering op
3