Instellingen wijzigen
In de instellingsmodus kunt u be-
paalde instellingen uitvoeren en ge-
wenste functies kiezen en uw koeltoe-
stel aanpassen aan uw gewoonten.
Verdere uitleg en informatie over deze
instellingen vindt u op de volgende
bladzijden.
Wanneer het toestel in de instellings-
modus staat, wordt het deuralarm of
een andere foutmelding automatisch
onderdrukt. Er verschijnt geen sym-
bool en er klinkt geen zoemer. Uitzon-
dering: In geval van een toestelstoring
(F+cijfers) wordt de instellingsmodus
direct verlaten. De storingscode ver-
schijnt en een zoemer klinkt (zie "Wat
te doen, als ... - Meldingen in het dis-
play).
Het kiezen van de gewenste instelling
5
°C
-18
°C
Startscherm
Druk op .
Instellingen wijzigen
Instellingsmodus
Blader met de pijltoetsen of
naar links en rechts.
Midden in het display verschijnt het
symbool van de instelling die u kunt kie-
zen.
Rechts en links op de achtergrond ziet
u de symbolen van de volgende moge-
lijke instelling zichtbaar, deze kunt u
echter niet kiezen.
Tip het symbool van de gewenste in-
stelling aan (zie ook "Overzicht Instel-
lingen").
Naar gelang welke instelling u kiest zijn
er twee mogelijkheden:
1. U komt in een submenu en kunt nu
een instelling kiezen of een waarde
invoeren.
2. U kiest de instelling direct. Het sym-
bool kleurt oranje en bevestigt hier-
door uw keuze. Kleurt het symbool
wit, dan is de functie niet geacti-
veerd.
37