Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen zijn JPG, JPEG,
BMP, PNG en GIF.
JPG-bestanden moeten 64 tot
5000 pixels breed en 64 tot
5000 pixels hoog zijn.
BMP-, PNG- en GIF-bestanden
moeten 64 tot 1024 pixels breed en
64 tot 1024 pixels hoog zijn.
De bestandsgrootte van de afbeeldin‐
gen mag niet meer dan 1MB zijn.
Filmbestanden
De afspeelbare videobestandsinde‐
lingen zijn AVI en MP4.
De maximale resolutie is 1280 x
720 pixels. De herhalingsfrequentie
moet minder dan 30 fps zijn.
De bruikbare codec is H.264/MPEG-4
AVC.
De afspeelbare audio-indelingen zijn
MP3, AC3, AAC en WMA.
De weergeefbare ondertitelingsinde‐
ling is SMI.
Audio afspelen
Muziekfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het Info‐
tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 27.
Doorgaans wordt het desbetreffende
audiohoofdmenu automatisch weer‐
gegeven.
Als het afspelen niet automatisch
wordt gestart, bijvoorbeeld omdat
USB automatisch starten is gedeacti‐
veerd 3 27, moet u de volgende stap‐
pen ondernemen:
Druk op ; en selecteer vervolgens
Audio om het laatst geselecteerde
audiohoofdmenu te openen.
Selecteer Bron in de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
de gewenste audiobron om het
desbetreffende audiohoofdmenu te
openen.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
Externe apparaten
Functietoetsen
Afspelen onderbreken en hervatten
Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De knop op het scherm
verandert in l.
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op v om de volgende track af
te spelen.
Raak, zodra de track wordt afge‐
speeld, binnen twee seconden t
aan om terug te gaan naar de vorige
track.
29