Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Enveloppen
U kunt maximaal 10 enveloppen plaatsen in de universeellader en 85 enveloppen in de enveloppenlader. Maak altijd
eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. Zie De universeellader vullen voor
instructies voor het plaatsen van enveloppen.
U drukt als volgt af op enveloppen:
•
U bereikt de beste resultaten als u enveloppen van goede kwaliteit gebruikt die speciaal zijn ontworpen voor
laserprinters.
•
Stel het papierformaat/de papiersoort in het menu Papier in op U-lader, Handm. invoer env. of Env.lader, al naar
gelang de gebruikte invoerlade. Stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het juiste formaat envelop via het
bedieningspaneel, het stuurprogramma van de MFP of MarkVision.
•
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 75 g/m
Het maximumgewicht van enveloppen is zowel voor de universeellader als voor de enveloppenlader 105 g/m
mits het katoengehalte lager is dan 25%. Enveloppen met een katoengehalte van 100% mogen niet zwaarder
2.
zijn dan 90 g/m
•
Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
•
Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te
gebruiken die:
–
gemakkelijk krullen;
–
aan elkaar kleven of beschadigd zijn;
–
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
–
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
–
zijn samengevouwen;
–
zijn voorzien van postzegels;
–
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
–
inkepingen of gebogen hoeken hebben;
–
een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben.
•
Gebruik alleen enveloppen die bij blootstelling aan temperaturen van 230 °C niet sluiten, omkrullen, kreuken
of gevaarlijke stoffen afscheiden. Raadpleeg de leverancier van de enveloppen als u niet zeker weet of deze
geschikt zijn.
•
Plaats nooit enveloppen van een verschillend formaat tegelijk in de enveloppenlader.
•
Het is mogelijk dat de hoge temperatuur tijdens het afdrukken in combinatie met een hoge vochtigheid
(meer dan 60%) ertoe leiden dat de enveloppen worden dichtgeplakt.
Afdrukmateriaal kiezen
70
2
.
2
,