locatie, wordt het aanbieden van gelijkwaardige
toegang om de broncode vanaf dezelfde locatie te
kopiëren, gezien als voldoende om te voldoen aan de
vereiste dat de broncode wordt verspreid, zelfs
wanneer derden niet van plan zijn de broncode samen
met de objectcode te kopiëren.
5. Een programma dat geen afleiding van enig
gedeelte van de Bibliotheek bevat, maar is bedoeld om
samen te werken met de Bibliotheek door compilatie
of koppeling met de Bibliotheek, wordt een "werk dat
gebruik maakt van de Bibliotheek" genoemd. Een
dergelijk werk, op zichzelf, is geen afgeleid werk van
de Bibliotheek en valt daarom buiten de reikwijdte van
deze Licentie.
Als een "werk dat gebruik maakt van de Bibliotheek"
echter aan de Bibliotheek wordt gekoppeld, wordt een
uitvoerbaar bestand gemaakt dat een afleiding van de
Bibliotheek is (omdat het gedeelten van de Bibliotheek
bevat) in plaats van een "werk dat gebruik maakt van
de Bibliotheek". Het uitvoerbare bestand wordt
daarom gedekt door deze Licentie. In Sectie 6 worden
de voorwaarden voor verspreiding van dergelijke
uitvoerbare bestanden vermeld.
Wanneer een "werk dat gebruik maakt van de
Bibliotheek" materiaal gebruikt uit een headerbestand
dat deel uitmaakt van de Bibliotheek, kan de
objectcode voor het werk een afgeleid werk van de
Bibliotheek zijn, zelfs wanneer de broncode dat niet is.
Of dit waar is, is met name van belang als het werk kan
worden gekoppeld zonder de Bibliotheek, of als het
werk zelf geen bibliotheek is. De criteria aan de hand
waarvan wordt bepaald of dit waar is, zijn niet precies
vastgelegd in de wet.
Als een dergelijk objectbestand alleen numerieke
parameters, indelingen en accessors voor
gegevensstructuren, en kleine macro's en
inlinefuncties (maximaal tien regels) gebruikt, is het
gebruik van het objectbestand niet beperkt, ongeacht
of dit juridisch gezien een afgeleid werk is.
(Uitvoerbare bestanden die deze objectcode en
gedeelten van de Bibliotheek bevatten, vallen nog
steeds onder Sectie 6).
Als dit niet het geval is en als het werk een afleiding
van de Bibliotheek is, mag u de objectcode voor het
werk verspreiden conform de voorwaarden van Sectie
6. Eventuele uitvoerbare bestanden waarin dat werk is
opgenomen, vallen ook onder Sectie 6, ongeacht of ze
rechtstreeks zijn gekoppeld aan de Bibliotheek zelf.
6. Als uitzondering op de bovenstaande Secties mag u
een "werk dat gebruik maakt van de Bibliotheek" ook
combineren of koppelen met de Bibliotheek om een
werk te produceren dat gedeelten van de Bibliotheek
bevat, en dat werk verspreiden conform de
voorwaarden van uw keuze, op voorwaarde dat het
werk conform de voorwaarden mag worden aangepast
aan het eigen gebruik van de klant en dat reverse-
engineering mag worden uitgevoerd om problemen
met dergelijke aanpassingen te verhelpen.
U moet opvallende kennisgevingen toevoegen aan
elke kopie van het werk dat de Bibliotheek in het werk
is gebruikt en dat de Bibliotheek en het gebruik
daarvan worden gedekt door deze Licentie. U moet
een kopie van deze Licentie leveren. Als het werk
tijdens het uitvoeren de auteursrechtkennisgevingen
weergeeft, moet u de auteursrechtkennisgeving voor
de Bibliotheek opnemen bij deze kennisgevingen,
alsmede een verwijzing die de gebruiker leidt naar de
kopie van deze Licentie. Daarnaast moet u een van de
volgende dingen doen:
a) U moet het werk voorzien van de volledige
bijbehorende machineleesbare broncode voor de
Bibliotheek inclusief eventuele wijzigingen die zijn
gebruikt in het werk (dat moet zijn verspreid conform
Sectie 1 en 2 hierboven); en, als het werk een
uitvoerbaar bestand is dat is gekoppeld aan de
Bibliotheek, met het volledige machineleesbare "werk
dat gebruik maakt van de Bibliotheek", als objectcode
en/of broncode, zodat de gebruiker de Bibliotheek kan
aanpassen en opnieuw kan koppelen om een aangepast
uitvoerbaar bestand te produceren waarin de
aangepaste Bibliotheek is opgenomen. (Het wordt
aangenomen dat de gebruiker die de inhoud van
definitiebestanden in de Bibliotheek wijzigt, niet
noodzakelijkerwijs in staat is de toepassing opnieuw te
compileren om de aangepaste definities te gebruiken).
b) U moet een geschikt mechanisme voor gedeelde
bibliotheken gebruiken om te koppelen aan de
Bibliotheek. Een geschikt mechanisme is een
mechanisme dat (1) ten tijde van uitvoering een kopie
van de bibliotheek gebruikt die al aanwezig is op de
computer van de gebruiker, in plaats van
bibliotheekfuncties in het uitvoerbare bestand te
kopiëren, en (2) correct functioneert met een
aangepaste versie van de bibliotheek, als de gebruiker
een dergelijke versie installeert, zolang de aangepaste
versie dezelfde interface heeft als de versie waarmee
het werk is gemaakt.
c) U moet het werk voorzien van een schriftelijk
aanbod, geldig gedurende ten minste drie jaar, om
dezelfde gebruiker de materialen te geven die in
Subsectie 6a hierboven zijn vermeld, tegen een
vergoeding van niet meer dan de kosten van het
uitvoeren van deze verspreiding.
d) Als het werk wordt verspreid door toegang aan te
bieden om het werk te kopiëren vanaf een speciale
locatie, moet u gelijkwaardige toegang aanbieden om
de hierboven vermelde materialen vanaf dezelfde
locatie te kopiëren.
e) U moet verifiëren dat de gebruiker al een kopie van
deze materialen heeft ontvangen of dat u deze
gebruiker al een kopie heeft gestuurd.
Voor een uitvoerbaar bestand moet de vereiste vorm
van het "werk dat gebruik maakt van de Bibliotheek"
eventuele gegevens en hulpprogramma's bevatten die
nodig zijn om het uitvoerbare bestand hieruit te
reproduceren. Als speciale uitzondering hoeven de
materialen die moeten worden verspreid, echter niets
67