Inhoudsopgave
Advertenties
2.1 Plaatsen toestel
Bij de plaatsbepaling van de luchtverwarmer moet men rekening houden met de volgende punten:
Zo dicht mogelijk bij de warmwatertoe/afvoer.
-
Zo centraal mogelijk t.o.v. de luchtkanalen.
-
-
Op een toegankelijke plaats waar voldoende ruimte is voor service.
-
Plaats het toestel in een vorstvrije ruimte.
Indien de luchtverwarmer wordt uitgevoerd met een vrije retour dan dient de opstellingsruimte in
-
open verbinding te staan met de rest van de woning.
In alle andere gevallen dient een gesloten retourkanaal vanaf de luchtverwarmer tot buiten de
-
opstellingsruimte te worden gemonteerd naar een ruimte welke in open verbinding staat met de rest
van de woning.
Warmwateraansluiting naar het toestel is mogelijk zowel van de linker- als de rechterzijkant.
-
Bij Upflow uitvoering is ook aansluiting van bovenaf mogelijk.
-
-
Elektrische aansluitingen naar het toestel zijn mogelijk vanaf rechts of links.
-
Op een vochtige vloer moet de luchtverwarmer verhoogd worden opgesteld.
Stel de modulen trillingsvrij en waterpas op om vervorming te voorkomen.
-
2.2 Vrije ruimte rondom het toestel
Voor de vrije ruimte rondom het toestel gelden een aantal eisen:
Zet het toestel vrij van wand en plafond.
-
-
Zorg altijd voor minstens 60 cm vrije ruimte en 180 cm vrije stahoogte aan de voorzijde van het
toestel i.v.m. onderhoud o.a. reiniging filter.
Bij plaatsing in een kast moet tussen voorzijde van het toestel en de deur minimaal 10 cm ruimte
-
blijven.
2.3 Voorschriften
Het installeren van de luchtverwarmer IN-serie moet geschieden overeenkomstig:
De veiligheidsvoorschriften voor centrale verwarmingsinstallaties, NEN 3028.
-
De relevante artikelen in het Bouwbesluit en de model Bouwverordening.
-
-
De veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties, NEN 1010.
Eventuele aanvullende voorschriften van de plaatselijke nutsbedrijven.
-
De installatievoorschriften van de B-8IN(D).
-
1. Uitvoering
Installatievoorschriften B-8 IN(D)
-4-
maart 2003
Advertenties
Inhoudsopgave
