4.1 Onderhoud gebruiker
Het onderhoud voor de gebruiker blijft beperkt tot het periodiek reinigen van het filter.
Afhankelijk van de stofproductie in de woning wordt in eerste instantie geadviseerd het filter iedere
maand te reinigen.
Het filter kan aan de voorzijde uit het toestel worden gehaald.
Reinigen van het filter door de gebruiker
1. Schakel de elektriciteit uit.
2. Verwijder het voorpaneel waarachter het filter is geplaatst.
3. Neem het filter uit het toestel en maak deze schoon door stofzuigen.
Het stofzuigen moet aan de ongefilterde luchtzijde geschieden.
Dit is (in nieuwstaat) de blauwe zijde van het filter.
Dit houdt in, dat het filter met de witte zijde naar de ventilator toe is geplaatst.
4. In stoffige ruimten (nieuwe woning) dit onderhoud vaker uitvoeren.
5. Plaatsing geschiedt in omgekeerde volgorde.
4.2 Onderhoud installateur
Het onderhoud door de installateur dient eenmaal per jaar plaats te vinden.
1. Schakel de elektriciteit uit.
2. Verwijder het voorpaneel.
3. Controleer de toestand van de warmtewisselaar.
Hiervoor dient de systeemventilator uit het toestel te worden verwijderd.
4. Filter vernieuwen.
5. Temperatuurverhoging over warmtewisselaar controleren.
6. Indien een C.V.-installatie is geplaatst, raadpleeg voor onderhoud hiervan de hierbij behorende
brochure.
7. Controleer volledige systeem op lekkage.
8. Controleer werking van de ventilatorthermostaat.
9. Controleer externe regelelementen.
4. Onderhoud
Installatievoorschriften B-8 IN(D)
-12-
maart 2003