Inhoudsopgave
Advertenties
3.1 In- en uitschakelen toestel
Inschakelen van het toestel
-
Stel ruimtethermostaat laag.
-
Verwijder het voorpaneel.
Overtuig u ervan dat de afsluiters van het stadsverwarmingnet zijn geopend of toestel in bedrijf is
-
gesteld, in geval van een eigen warmwater C.V.-toestel.
-
Schakel de elektriciteit in.
-
Controleer of hoog/laag- hoog/uitschakelaar op de gewenste stand staat.
-
Plaats het voorpaneel weer op het toestel.
-
Stel de ruimtethermostaat in op de gewenste temperatuur.
Uitschakelen van het toestel
-
Stel de ruimtethermostaat zo laag mogelijk en na 5 minuten wachten, de elektriciteit uitschakelen.
N.B.: Hierna is ook de toevoer van ventilatielucht onderbroken.
-
Als ventilatie gewenst blijft ('s zomers) alleen de ruimtethermostaat laag stellen en elektriciteit niet
uitschakelen.
-
Bij langere afwezigheid verdient het aanbeveling om de afsluiters in het stadsverwarmingnet (na de
boiler) dicht te zetten.
3.2 Zomerventilatie
1.
Stel de ruimtethermostaat zo laag mogelijk.
2.
Verwijder het voorpaneel van het toestel.
3.
Zet de hoog/laag-hoog/uitschakelaar op de hoog/laag stand, zodat ventilator continu op een laag
toerental draait.
4.
Plaats het voorpaneel weer terug op het toestel.
3. In werking stellen
Installatievoorschriften B-8 IN(D)
-8-
maart 2003
Advertenties
Inhoudsopgave
