VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Kom niet met uw handen of andere voorwerpen
binnen het veiligheidsnet. Het aanraken van de
interne onderdelen van de kachel kan brandwonden
of een elektrische schok veroorzaken.
Een werkende kachel mag men niet verplaatsen.
Schakel de kachel uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het toestel verplaatst.
Gebruik de kachel alleen om binnenruimten te
verwarmen. Gebruik het niet om kleding te drogen.
Indien de kachel wordt gebruikt voor de verwarming
van ruimten bestemd voor planten of dieren, moeten
de uitlaatgassen via een schoorsteenkanaal naar
buiten worden afgevoerd en moet voor voldoende
toevoer van verse lucht worden gezorgd.
Bij de reiniging moet u de stekker uit het stopcontact
halen en wachten tot de verwarmde vuurhaard
voldoende is afgekoeld. Anders kan dit een
elektrische schok of brandwonden veroorzaken.
Gebruik de kachel niet in gesloten ruimten of in
ruimten waar hoofdzakelijk kinderen, bejaarden of
gehandicapten verblijven. Zorg er altijd voor dat de
mensen die zich in dezelfde ruimte bevinden als de
kachel, de noodzaak van efficiënte ventilatie
begrijpen.
Wij raden aan om deze kachel niet te gebruiken op
extreem grote hoogten. Gebruik het toestel niet hoger
dan 1.500 m boven de zeespiegel. Op een hoogte van
700-1.500 m, moet de ventilatie efficiënt zijn. Slechte
ventilatie van de verwarmde ruimte kan leiden tot de
vorming van koolstofmonoxide, wat letsel of de dood
tot gevolg kan hebben.
Trek niet te hard aan het netsnoer.
Zet geen brandbare voorwerpen rond de kachel en
zprg voor een brandblusapparaat in de buurt.
Pas op dat de uitlaatpijp niet verstopt raakt.
Een metalen geluid kan optreden door plotseling
uitzetten en inkrimpen van de pijp bij de eerste
ontsteking.
Niet meer dan 30 graden laten overhellen tijdens het
verplaatsen.
Gebruik alleen DIESEL in deze kachel.
Gebruik deze kachel niet in de buurt van een stoffen
gordijn, tapijt of plastic of vinyl gordijn dat de kachel
kan bedekken wanneer het door de wind of door een
andere fysieke kracht naar beneden valt, wat brand
kan veroorzaken.
4
Plaats geen elektrische apparaten of zware
voorwerpen de kachel. Voorwerpen op het toestel
kunnen storingen, elektrische schokken of letsel
veroorzaken wanneer ze van de brander vallen.
Gebruik de kachel alleen in goed geventileerde
open ruimten waar de lucht 1-2 keer per uur wordt
ververst. Bij gebruik van de kachel in slecht
geventileerde ruimten kan koolstofmonoxide
ontstaan, wat kan leiden tot letsel of de dood.
Gebruik het toestel niet in ruimten waar mensen
slapen zonder een schoorsteen die de
uitlaatgassen naar buiten leidt en zonder te zorgen
voor een voldoende toevoer van verse lucht.
Gebruik geen water om de kachel te reinigen.
Water kan kortsluiting, elektrische schokken en/of
brand veroorzaken.
Raak geen van de verwarmde materialen aan,
zoals het rooster, de vuurhaard, enz. Terwijl de
kachel in werking is of net na het doven zijn het
rooster en de vuurhaard heet, dus raak geen van
deze onderdelen aan. Let er vooral op dat
kinderen uit de buurt blijven van hete onderdelen.
Dit kan brandwonden veroorzaken.
Gebruik geen benzine, verdunner of andere
technische oplosmiddelen om de kachel te
reinigen. Zij kunnen kortsluiting, elektriciteit en/of
brand veroorzaken.
De kachel moet worden opgesteld op een plaats
waar aan de voorschriften inzake veilige afstanden
wordt voldaan. Er moet een vrije ruimte zijn van 15
cm aan alle zijden van het toestel en ten minste 1 m
vóór en boven het toestel.
Gebruik nooit benzine, alcohol, enz.
Raak de hete delen tijdens het opwarmen niet aan.
Gebruik deze kachel niet in de buurt van een stoffen
gordijn, tapijt of plastic of vinyl gordijn dat de kachel
kan bedekken wanneer het door de wind of door een
andere fysieke kracht naar beneden valt, wat brand
kan veroorzaken.
Het toestel mag niet worden gebruikt door personen
(inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens, of met gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan
of instructies hebben gekregen
Kinderen mogen onder toezicht niet met het toestel
spelen.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf
8 jaar en personen met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of met gebrek
aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan of instructies hebben gekregen over het veilig
gebruik van het toestel en de gevaren ervan
begrijpen.
Reiniging en onderhoud voor rekening van de
gebruiker mogen niet door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd.