Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelling En Controle Van De Veligheidsvoorzieningen - elco VECTRON BLUE L 01.18 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Ingebruikname
Luchtregeling
Oliedrukegeling

Instelling en controle van de veligheidsvoorzieningen

Positionering
1 knop van de luchtdrukregeling
2
Regelingschaal luchtdruk
3
Instelschroef recirculatieopening
(verzegeld in de fabriek)
4
Regelingschaal recirculatie-
opening
6
Aanzuigluchtgeleiding
7
Instelschroef voor de
aanzuigluchtgeleiding
De aanzuigluchtgeleiding 6 is in de
fabriek ingesteld (positie 1).
Stand 1 = maximum ventilatordruk
Stand 5 = minimum ventilatordruk
Wanneer een hoge ventilatiedruk een
nadeel blijkt te zijn (bijvoorbeeld sterke
onderdruk in de branderruimte) kan de
druk worden verminderd door de
aanzuigluchtgeleiding te anders in te
stellen.
• Draai bevestigingsschroef 7 los.
• Stel de aanzuigluchtgeleiding in op de
nieuwe waarde.
• Draai de schroef weer vast.
Instelling van de oliedruk
U stelt de oliedruk en daarmee de
brandercapaciteit in met de olieregelaar
2 in de pomp.
Draaien
- rechts: drukverhoging
- links: drukverlaging
Ter controle moet op de
manometeraansluiting 6 een
manometer worden geplaatst;
schroefdraad R 1/8".
Onderdrukcontrole
Sluit de vacuümmeter voor de
onderdrukcontrole aan op de aansluiting
7; R 1/8". Hoogst toelaatbare onderdruk
0,4 bar. Bij een hogere onderdruk
vergast de verwarmingsolie, waardoor
schurende geluiden in de pomp
ontstaan.
02/2006 - Art. Nr. 13 021 206A
De regeling van de hoeveelheid lucht
vindt plaats door te draaien aan de
regelknop 1.
Draai de regelknop
- naar rechts om de luchtstroom te
verminderen
=> meer CO
2
- naar links om de luchtstroom te
vergroten
=> minder CO
2
De afstelwaarde volgens de afsteltabel
kan worden afgelezen op de schaal 2.
Voor een exacte afstelling dient u een
daarvoor geschikt meetinstrument te
gebruiken. De CO
waarde moet
2
worden ingesteld tussen 12,5 et 13,5%.
Instelling van de recirculatie
De recirculatie-opening wordt in de
fabriek verzegeld (lak op de stels-
chroef).
Een wijziging is normaal gesproken niet
nodig. Zie de afsteltabel op pagina 10
voor eventuele wijzigingen. Sluit een
NO- en CO-meetapparaat aan voor de
juiste instelling van het
recirculatiedebiet.
U stelt de breedte van de
recirculatieopening in door de
menginrichting in de branderbuis axiaal
te verplaatsen. De positionering vindt
plaats aan de instelschroef 3
overeenkomstig de aangegeven waarde
in de tabel Instelgegevens. Deze
waarde kan worden afgelezen op de
schaal 4. Na de inregeling van de
recirculatie moet u na een bedrijfspauze
van circa 5 minuten opnieuw proberen te
starten. Wanneer de brander niet of te
laat start, moet u de recirculatie op een
kleinere waarde instellen tot een veilige
start is gegarandeerd (koude start).
Gebruik de brander niet met een veel
te kleine of een gesloten recirculatie-
opening. Dit zou kunnen leiden tot
een sterke temperatuurstijging in de
menginrichting, en tot beschadiging
van de menginrichting.
Instelling en controle van de veili-
gheidsvoorzieningen
Een veiligheidstechnische controle van
de vlambewaking moet zowel bij de
eerste inbedrijfstelling als na revisies of
een langere stilstand worden verricht.
- Startpoging met verduisterde
vlambewaker: na het verstrijken van
de veiligheidstijd moet de
branderregeling een storing geven!
- Starten met verlichte vlambewaker: na
10 seconden voorbeluchting moet de
branderregeling een storing geven!
- Normaal verloop; wanneer de brander
in bedrijf is, vlambewaker
verduisteren: na een nieuwe start en
na het verstrijken van de
veiligheidstijd moet de
branderregeling een storing geven!
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vectron blue l 01.22Vectron blue l 01.28Vectron blue l 01.35

Inhoudsopgave