_Toebehoren
B ij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
T o e b e h o r e n
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
Wanneer de toebehoren heet worden,
Aanwijzing:
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Accessoires inschuiven
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
Bij de inschuifhoogtes 4 en 5 de accessoires altijd
tussen de beide geleidestangen van een inschuifhoogte
schuiven.
De accessoires kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen. Met
de uitschuifrails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de
accessoires verder naar buiten trekken.
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvries-
gerechten.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvries-
gerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Let erop dat de accessoires zich achter het lipje
de uitschuifrails bevinden.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
De uitschuifrails vergrendelen wanneer ze helemaal
uitgetrokken zijn. Zo kunnen de accessoires er
gemakkelijk op worden geplaatst.Om de uitschuifrails te
ontgrendelen schuift u ze met een lichte druk terug in
de binnenruimte.
Aanwijzingen
Let erop dat u de accessoires altijd op de juiste
■
manier in de binnenruimte plaatst.
Schuif de accessoires altijd volledig in de
■
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok
zich aan de achterkant bevindt en
‚
naar beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden
wijzen.
Let er bij het inschuiven van platen op dat de kerf
aan de achterkant bevindt en naar beneden wijst. De
schuine kant van de accessoires
naar de apparaatdeur wijzen.
Toebehoren
nl
op
‚
¾
zich
‚
moet van voren
ƒ
11