12 Installatie van de unit
▪ Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking).
Gebruik het schemablad om de juiste horizontale positie te
bepalen. U vindt hierop de nodige afmetingen en middelpunten. U
kunt het schemablad op de unit bevestigen.
a
b
c
a
Midden van de unit
b
Midden van de plafondopening
c
Schemablad voor montage (bovenste deel van
verpakking)
d
Schroeven (accessoires)
▪ Plafondopening en unit:
▪ Controleer of de plafondopening binnen de volgende limieten
valt:
Minimum: 860 mm zodat de unit erin past.
Maximum: 910 mm zodat het sierpaneel voldoende overlapt
met het verlaagd plafond. Als de plafondopening groter is, moet
u extra plafondmateriaal aanbrengen.
▪ Controleer of de unit en de ophangbeugels in het midden van
de plafondopening hangen.
a
b
c
710
d
840
e
860~910
f
950
a
Afvoerleidingen
b
Koelmiddelleiding
c
Afstand ophangbeugel (ophanging)
d
Unit
e
Plafondopening
f
Sierpaneel
Voorbeeld
A
B
C
(a)
A: Plafondopening
B: Afstand tussen de unit en de plafondopening
C: Overlapping tussen het sierpaneel en het verlaagd plafond
▪ Installatiegids. Gebruik de installatiegids om de juiste verticale
positie te bepalen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16
d
(mm)
(a)
Als A
Dan
(a)
(a)
B
C
860 mm
10 mm
45 mm
910 mm
35 mm
20 mm
A
1
2
1
2
a
b
c
C
2
1
1
A
In het geval van installatie met standaard sierpaneel
B
In het geval van installatie met kit voor invoer van verse
lucht
C
In het geval van installatie met zelfreinigend sierpaneel
D
In het geval van installatie met design sierpaneel
a
Vals plafond
b
Installatiegids (accessoire)
c
Unit
▪ Waterpas. Controleer met behulp van een waterpas of een plastic
buis met water of de unit op alle 4 hoeken waterpas staat.
a
b
b
a
Waterpas
b
Plastic buis
c
Waterniveau
OPMERKING
Installeer de unit NIET scheef. Mogelijk gevolg: Als de
unit tegen de richting van de condenswaterstroom in
scheef hangt (de kant van de afvoerleidingen hangt hoger),
kan de werking van de vlotterschakelaar verstoord raken
en kan er water gaan lekken.
12.2.2
Richtlijnen bij de installatie van de
afvoerleiding
Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd. Dit
omvat:
▪ Algemene richtlijnen
▪ Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit
▪ Controleren op waterlekken
Algemene richtlijnen
▪ Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪ Leidingmaat. De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan de
verbindingsleiding zijn (plastic buis met een nominale diameter
van 25 mm en buitendiameter van 32 mm).
▪ Helling. De afvoerleiding moet afhellen (minstens 1/100) om te
voorkomen dat er lucht in de leiding blijft zitten. Gebruik
hangstaven zoals afgebeeld.
B
2
2
1
1
D
1
2
2
c
FXFA20~125A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599604-1C – 2020.10