Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Speciale Verwarmingsbedrijfsstanden; Uitblaasrichting Regelen; Luchtstroom Met Actieve Circulatie; Gebruik Van Het Systeem - Daikin FXFA20A2VEB Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

6 Bediening
Symbool
Koelen. In deze stand wordt koelen geactiveerd
volgens de vereisten van het instelpunt of de setback-
werking.
Verwarmen. In deze stand wordt verwarmen
geactiveerd volgens de vereisten van het instelpunt of
de setback-werking.
Alleen ventilator. In deze stand wordt er lucht
gecirculeerd, zonder verwarmen of koelen.
Drogen. In deze stand wordt de luchtvochtigheid
verlaagd met een minimale temperatuurdaling.
De temperatuur en de ventilatorsnelheid worden
automatisch ingesteld en kunnen niet met de
controller worden geregeld.
Drogen is niet mogelijk als de kamertemperatuur te
laag is.
Auto. In de automatische stand schakelt de
binnenunit automatisch tussen verwarmen en koelen,
zoals bepaald door het instelpunt.
6.2.2

Speciale verwarmingsbedrijfsstanden

Werking
Ontdooien
Warme start
6.2.3

Uitblaasrichting regelen

De volgende uitblaasrichtingen kunnen worden ingesteld:
Richting
Vaste stand. De binnenunit
blaast de lucht uit in 1 van 5
vaste standen.
Draaien. De binnenunit wisselt af
tussen de 5 standen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
10
Bedrijfsstand
Beschrijving
Om een verlies van het
verwarmingsvermogen door
ijsvorming in de buitenunit te
voorkomen, schakelt het systeem
automatisch over naar de
ontdooistand.
In de ontdooistand wordt de
ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het
volgende symbool op het
thuisscherm:
Na ongeveer 6 tot 8 minuten
wordt de normale werking hervat.
Bij warme start wordt de
ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het
volgende symbool op het
thuisscherm:
Scherm
Richting
Auto. De uitblaasrichting van de
binnenunit verandert afhankelijk
van de door een
bewegingssensor gedetecteerde
beweging.
INFORMATIE
Afhankelijk van de lay-out en organisatie van het systeem,
is de automatische stand niet beschikbaar.
INFORMATIE
Voor de instelprocedure van de uitblaasrichting, zie de
uitgebreide
handleiding
gebruikersinterface.
Automatische uitblaasregeling
In de volgende omstandigheden wordt de uitblaasrichting van de
binnenunits automatisch geregeld:
▪ Als de kamertemperatuur hoger is dan het instelpunt voor de
verwarmstand op de controller (inclusief automatische stand).
▪ Als de binnenunits in de verwarmingsstand draaien en de
ontdooifunctie actief is.
▪ Als de binnenunits in de continue stand draaien en de
uitblaasrichting horizontaal is.
WAARSCHUWING
Raak nooit de luchtuitlaat of horizontale bladen aan terwijl
de draaiklep in werking is. Uw vingers kunnen geklemd
geraken of de unit kan onklaar geraken.
OPMERKING
Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale stand.
Anders kan er zich vocht of stof gaan afzetten op het
plafond of op de klep.
6.2.4

Luchtstroom met actieve circulatie

Gebruik luchtstroom met actieve circulatie om de kamer sneller te
verwarmen of te koelen.
INFORMATIE
Voor de instelprocedure van de luchtstroom met actieve
circulatie, zie de uitgebreide handleiding of de handleiding
van de gebruikersinterface.
6.3

Gebruik van het systeem

INFORMATIE
Om de bedrijfsstand, de uitblaasrichting, luchtstroom met
actieve circulatie of andere instellingen in te stellen, zie de
uitgebreide handleiding of de gebruiksaanwijzing van de
gebruikersinterface.
Scherm
of
de
handleiding
van
de
FXFA20~125A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599604-1C – 2020.10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave