WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
WAARSCHUWING
▪ Doorboor of verbrand GEEN onderdelen van de
koelmiddelcyclus.
▪ Gebruik
GEEN
andere
manieren om het ontdooien te versnellen dan die
aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat het koelmiddel in het systeem geurloos
is.
WAARSCHUWING
Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt
normaal NIET. Als het koelmiddel in de kamer lekt en in
contact komt met vuur van een brander, een verwarming of
een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een
schadelijk gas worden gevormd.
Schakel alle verwarmingstoestellen met verbranding uit,
verlucht de kamer en neem contact op met de dealer waar
u de unit hebt gekocht.
Gebruik de unit NIET totdat iemand van de servicedienst
heeft bevestigd dat het deel met het koelmiddellek
gerepareerd is.
7.3.1
Over de koelmiddelleksensor
WAARSCHUWING
Na elke detectie of op het eind van de levensduur moet de
sensor worden vervangen. De sensor mag alleen worden
vervangen door een erkende persoon.
OPMERKING
De
werking
van
de
regelmatig automatisch gecontroleerd. In geval van een
storing verschijnt een foutcode op de gebruikersinterface.
OPMERKING
De R32-koelmiddelleksensor is een halfgeleiderdetector
die onterecht andere stoffen dan R32-koelmiddel kan
detecteren. Vermijd het gebruik van chemische producten
(bv. organische oplosmiddelen, haarlak, verf) in hoge
concentraties in de onmiddellijke nabijheid van de
binnenunit
omdat
dit
onterecht een lek kan laten detecteren.
INFORMATIE
De sensor heeft een levensduur van 10 jaar. Op de
gebruikersinterface
verschijnt
levensduur van de sensor afloopt de fout "CH-05" en na
het einde van de levensduur van de sensor "CH-02". Voor
meer informatie, zie de uitgebreide handleiding van de
gebruikersinterface en neem contact op met uw dealer.
Detectie wanneer de unit in stand-by staat
Wanneer een lek wordt gedetecteerd wanneer de unit in stand-by
staat, wordt een "controle valse detectie" uitgevoerd.
Controle valse detectie
1 De unit begint te draaien in de ventilatorstand op de laagste
stand.
2 Op de gebruikersinterface verschijnt de foutcode "A0-13", er
wordt een alarmtoon geproduceerd en de statusindicator
knippert.
FXFA20~125A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599604-1C – 2020.10
schoonmaakmiddelen
of
veiligheidsmaatregelen
wordt
de
R32-koelmiddelleksensor
6 maanden
voor
de
8 Opsporen en verhelpen van storingen
3 De sensor controleert op een koelmiddellek of een valse
detectie.
▪ Als er GEEN koelmiddellek wordt gedetecteerd, Resultaat: : na
ongeveer 2 minuten hervat het systeem de normale werking.
▪ Als er een koelmiddellek wordt gedetecteerd, Resultaat:
1 Op de gebruikersinterface verschijnt de foutcode "A0-11", er
wordt een alarmtoon geproduceerd en de statusindicator
knippert.
2 Neem onmiddellijk contact op met uw dealer. Voor meer
informatie, zie de montagehandleiding van de buitenunit.
Detectie wanneer de unit ingeschakeld is
1 Op de gebruikersinterface verschijnt de foutcode "A0-11", er
wordt een alarmtoon geproduceerd en de statusindicator
knippert.
2 Neem onmiddellijk contact op met uw dealer. Voor meer
informatie, zie de montagehandleiding van de buitenunit.
INFORMATIE
Om het alarm van de gebruikersinterface te stoppen, zie
de uitgebreide handleiding van de gebruikersinterface.
INFORMATIE
De minimale luchtstroom bij normale werking of bij de
koelmiddellekdetectie is altijd >240 m
8
Opsporen en verhelpen van
storingen
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
Storing
Als een beveiliging, zoals bijvoorbeeld
een zekering, een stroomonderbreker of
een reststroomapparaat, vaak worden
geactiveerd, of als de AAN/UIT-
schakelaar NIET goed werkt.
Als water uit de unit lekt.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET naar
behoren.
Als
op de gebruikersinterface staat.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor
vermelde gevallen, en geen van de vermelde storingen van
toepassing is, volg dan de volgende procedures om na te gaan wat
er misloopt.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
3
/u.
Maatregel
Schakel alle
hoofdstroomschakelaars
van de unit uit.
Stop de werking.
Schakel de voeding UIT.
Verwittig uw installateur
en geef hem de foutcode
door. Om een foutcode
weer te geven, zie de
uitgebreide handleiding
van de
gebruikersinterface.
13