■
Maak de unit vast met behulp van de vier
M12-funderingsbouten. De beste manier is
om de funderingsbouten in te schroeven
tot ze nog 20 mm boven het oppervlak van
de fundering uitsteken.
■
Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om
overtollig water rond de unit af te voeren.
■
Bij montage van de unit op een dak dient u eerst de
stevigheid van het dak en de afvoermogelijkheden te
controleren.
■
Bij montage van de unit op een frame dient u het
waterbestendig paneel maximaal 150 mm onder de
unit te monteren om zodoende waterinsijpeling van
onder de unit te voorkomen.
■
Wanneer u de unit in een
corrosieve omgeving installeert,
moet u een moer met een plastic
vulring (1) gebruiken om het
bevestigingsdeel van de moer te
beschermen tegen roest.
6.
K
OELMIDDELLEIDINGEN
Steek geen vingers, stokken of andere voorwerpen in
de luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met
hoge snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
Gebruik R410A voor het toevoegen van koelmiddel.
Het monteren van de leidingen moet gebeuren door een
erkend koeltechnicus, overeenkomstig de lokale en
nationale voorschriften.
Voorzorgsmaatregelen
koelmiddelleidingen
Gebruik geen vloeimiddel bij het solderen van koper op de
koperen koelmiddelleiding. (Vooral voor de HFC koel-
middelleiding) Gebruik daarom fosforkoper als lasmetaal
(BCuP) waarbij geen vloeimiddel wordt vereist.
Vloeimiddel heeft een uitermate schadelijke werking op
koelmiddelleidingen. Zo zal een chloorvloeimiddel corrosie
van de leidingen veroorzaken, of als het fluoride bevat, zal
het het smeermiddel in het koelmiddel aantasten.
Blaas stikstof in de leiding bij het solderen. Wanneer u
soldeert zonder stikstof in de leiding te blazen, wordt een
aanzienlijke geoxideerde filmlaag op de binnenkant van de
leidingen afgezet, wat een nadelig effect heeft op de
kleppen en de compressors in het koelsysteem en een
normale werking in de weg staat.
Controleer na de montage of er geen koelmiddellekken
zijn.
Open de afsluiters niet tot de lokale bedrading volledig is
uitgevoerd
volgens
bedrading" op pagina
beëindigd is en aan alle installatievoorwaarden is voldaan
(zie
"10. Controle van de unit en voorwaarden voor
installatie" op pagina
Als er door een lek koelmiddel in de kamer terechtkomt en
in contact komt met vuur, kan er een giftig gas ontstaan.
Verlucht de ruimte onmiddellijk als er een lek is.
Ingeval van een lek mag u het gelekte koelmiddel niet
rechtstreeks aanraken. Anders kunt u vrieswonden
oplopen.
REYQ8+12P9Y1B + REYQ10-14-16P8Y1B
VRVIII-systeem airconditioner
4PW48462-1B – 07.2010
1
bij
het
hardsolderen
de
specificaties
(zie
"8. Lokale
10), de controle van de unit
15).
6.1.
Installatiegereedschap
Gebruik
uitsluitend
verdeelstukken, vulslangen, enz.) dat voor installaties met R410A
bestemd is, tegen hogere druk bestand is en verontreiniging van het
systeem (met vocht en minerale oliën zoals SUNISO) voorkomt.
(De schroefspecificaties verschillen voor R410A en R407C.)
Gebruik een 2-traps vacuümpomp met terugslagklep die tot
–100,7 kPa (5 Torr, –755 mm Hg) kan vacumeren.
LET OP
Zorg dat de olie in de pomp niet in het systeem
terugstroomt als de pomp buiten werking is.
6.2.
Keuze van het leidingmateriaal
1.
Zorg dat de concentratie verontreinigingen in de leidingen
(waaronder oliën die tijdens de fabricage worden gebruikt)
maximaal 30 mg/10 m bedraagt.
2.
Gebruik voor koelmiddelleidingen materiaal met de volgende
specificaties:
■ Diameter: bepaal de gewenste maat aan de hand van het
hoofdstuk
■ Constructiemateriaal: met fosforzuur gedeoxideerde, naad-
loze koperen buis voor koelmiddel.
■ Hardingskwaliteit: gebruik leidingen van gehard staal in
functie van de leidingdiameter zoals aangegeven in de tabel
hieronder.
Leidingdiameter
O = Gegloeid
1/2H = Halfhard
■ De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan
van
de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. De
minimale leidingdikte voor leidingen voor R410A moet
overeenstemmen met de waarden in de tabel hieronder.
Leiding-
diameter
6,4
9,5
12,7
15,9
19,1
3.
Gebruik uitsluitend de specifieke leidingaftakkingen die aan de
hand van het hoofdstuk
pagina 8
zijn geselecteerd.
4.
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet
verkrijgbaar zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten)
gebruiken; houd hierbij rekening met de volgende punten:
■ neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde
diameter ligt.
■ gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten
(lokale levering).
installatiegereedschap
"6.6. Voorbeeld van aansluiting" op pagina
Hardingskwaliteit van het
leidingmateriaal
≤15,9
≥19,1
Minimale dikte
Leiding-
(mm)
diameter
0,80
22,2
0,80
28,6
0,80
34,9
0,99
41,3
0,80
"6.6. Voorbeeld van aansluiting" op
(meetinstrumenten,
8.
O
1/2H
Minimale dikte
(mm)
0,80
0,99
1,21
1,43
Montagehandleiding
5