8.1.
Interne bedrading – Tabel met onderdelen
Raadpleeg de sticker met het elektrisch schema bevestigd op de unit.
De gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis:
A1P~A8P.............Printplaat (hoofd, sub 1, sub 2, ontstoringsfilter,
inverter, ventilator, stroomsensor)
BS1~BS5.............Drukknopschakelaar (werking, instelling, terug-
keren, controle, terugstellen)
C1,C63,C66.........Condensator
E1HC~E3HC .......Carterverwarming
F1U......................Zekering (DC 650 V, 8 A)
F1U......................Zekering (T, 3,15 A, 250 V)
F1U,F2U ..............Zekering (T, 3,15 A, 250 V)
F5U......................Lokale zekering (lokaal te voorzien)
F400U..................Zekering (T, 6,3 A, 250 V)
H1P~H8P ............Signaallampje
H2P: Onder voorbereiding of in testwerking
wanneer knippert
H2P: Storingsdetectie wanneer brandt
HAP .....................Signaallampje (servicecontrole - groen)
K1,K3...................Magneetrelais
K1R......................Magneetrelais (K2M, Y4S)
K2,K4...................Magnetische contactgever (M1C)
K2R......................Magneetrelais (Y5S)
K3R......................Magneetrelais (Y1S)
K4R......................Magneetrelais (Y8S)
K5R......................Magneetrelais (Y2S)
K5R......................Magneetrelais (voor optie)
K6R......................Magneetrelais (Y7S)
K7R,K8R..............Magneetrelais (E1HC, E2HC)
K11R....................Magneetrelais (Y3S)
L1R ......................Reactievat
M1C,M2C ............Motor (compressor)
M1F,M2F..............Motor (ventilator)
PS........................Schakelvoeding
Q1DI ....................Aardlekschakelaar (lokale levering)
Q1RP...................Detectiecircuit voor fasenomkering
R1T......................Thermistor (lucht, lamel)
R2T~R15T...........Thermistor (warmtewisselaar gas 1, warmte-
wisselaar ontijzer 1, nakoelen warmtewisselaar
gas
1,
nakoelen
warmtewisselaar
vloeistof 1, aanzuiging 2, warmtewisselaar gas 2,
warmtewisselaar ontijzer 2, nakoelen warmte-
wisselaar gas 2, vloeistof 2, warmtewisselaar
vloeistof 2)
R10 ......................Weerstand (stroomsensor)
R31T,R32T ..........Thermistor (pers) (M1C,M2C)
R50,R59 ..............Weerstand
R90 ......................Weerstand (stroomsensor)
R95 ......................Weerstand (stroombegrenzing)
S1NPH.................Druksensor (hoog)
S1NPL .................Druksensor (laag)
S1PH~S3PH........Drukschakelaar (hoog)
SD1......................Ingang voor beveiligingen
T1A ......................Stroomsensor
V1R......................Diodebrug
V1R,V2R..............Voedingsmodule
X1A~X9A.............Connector
X1M .....................Klemmenstrook (voeding)
X1M .....................Klemmenstrook (besturing)
Y1E~Y5E.............Elektronische expansieklep (hoofd 1, nakoeling 1,
hoofd 2, vullen, nakoeling 2)
Y1S~Y7S.............Magneetklep
wisselaar gas 1, RMTL, heet gas, EV-bypass 1,
RMTT, RMTO, 4-wegsklep–warmtewisselaar gas
2, EV-bypass 2)
Z1C~Z10C...........Ontstoringsfilter (ferrietkern)
REYQ8+12P9Y1B + REYQ10-14-16P8Y1B
VRVIII-systeem airconditioner
4PW48462-1B – 07.2010
warmtewisselaar
vloeistof,
vloeistof
1,
aanzuiging
(RMTG,
4-wegsklep–warmte-
Z1F ......................Ontstoringsfilter (met overspanningsbeveiliging)
L1,L2,L3...............Stroomvoerend
N ..........................Spanningsvrij
.............Lokale bedrading
...............Klemmenstrook
.......................Connector
.......................Aansluitklem
........................Beschermende aarding (schroef)
BLK ......................Zwart
BLU......................Blauw
BRN .....................Bruin
GRN.....................Groen
GRY .....................Grijs
ORG ....................Oranje
PNK .....................Roze
RED .....................Rood
WHT ....................Wit
YLW .....................Geel
■
LET OP
Dit bedradingsschema geldt alleen voor de
buitenunit.
■
Zie de montagehandleiding wanneer u de
optionele adapter gebruikt.
■
Zie de montagehandleiding voor de aansluit-
bedrading op de binnen-buitenunit transmissie
F1-F2, buiten-buitenunit transmissie F1-F2 en
over het gebruik van BS1~BS5.
■
Sluit de beveiliging S1PH,S2PH niet kort om de
unit te laten functioneren.
8.2.
Connector optionele onderdelen
X7A ......................Werkingsoutput
X9A,X37A ............Voeding (adapter)
■
Gebruik uitsluitend kopergeleiders.
LET OP
■
Raadpleeg de montagehandleiding van de cen-
trale afstandsbediening voor het aansluiten van
de bedrading naar de centrale afstandsbediening.
■
Gebruik geïsoleerde draad voor het netsnoer.
1,
8.3.
Normen voor het voedingscircuit en de kabels
Er moet een voedingscircuit (zie onderstaande tabel) worden
voorzien voor aansluiting van de unit. Dit circuit moet worden
beveiligd met behulp van de benodigde beveiligingen, met name een
hoofdschakelaar, een trage zekering op elke fase en een
aardlekschakelaar.
Fase en
frequentie
REYQ8
3N~ 50 Hz
REYQ10
3N~ 50 Hz
REYQ12
3N~ 50 Hz
REYQ14
3N~ 50 Hz
REYQ16
3N~ 50 Hz
Gebruik in geval van aardlekschakelaars alleen die van het snelle
type met een maximale nominale stroomsterkte van 300 mA.
Minimum
circuit-
Aanbevolen
Spanning
ampère
zekeringen
380~415 V
17,1 A
20 A
380~415 V
22,1 A
25 A
380~415 V
22,3 A
25 A
380~415 V
32,8 A
40 A
380~415 V
33,0 A
40 A
Montagehandleiding
Doorsnede
transmissie-
kabels
2
0,75~1,25 mm
2
0,75~1,25 mm
2
0,75~1,25 mm
2
0,75~1,25 mm
2
0,75~1,25 mm
11