Inhoudsopgave
Advertenties
in de juiste stand (b.v. afbuigen of
rechtuit, stop of rijden). Keer daarna terug
naar het tabblad.
Voor de keuze van een trein drukt u
binnen het infobereik van een stelopdracht
(b. v. „03 geen opdracht") en kiest u uit
de schakelvlakken in het rechter deel het
locsymbool uit. Stel via de verschijnende
schakelvlakken de snelheid en richting
van de trein in.
Stop
Lage snelheid
Middensnelheid
Hoge snelheid
Vooruit rijden
Achteruit rijden
Richting behouden
Richting wisselen
(b.v. bij pendelen)
De stelopdracht voor de loc is geldig voor
alle locomotieven. Moet deze slechts voor
één bepaalde loc gelden, kies dan als
volgt een loc uit de loclijst:
Viessmann Commander
Druk op het locsymbool in de rij van
stelopdrachten en kies een loc uit de
loclijst. De rijweg en de snelheid
gelden dan alleen voor deze loc.
Door het invoeren van meerdere verschil-
lende locomotieven legt u vast voor welke
voertuigen de rijweg geldig is en met welke
snelheid deze bereden moet worden.
Tabblad 6:
Met tabblad 6 kunt u aan bepaalde
terugmeldtrajecten schakelfuncties toe-
wijzen. Bereikt een loc het gekozen
terugmeldtraject dan voert de Commander
een bepaalde functie uit.
Er kan bijvoorbeeld een locgeluid worden
opgeroepen of het licht kan worden
geschakeld.
Tabblad 7:
Leg in het sporenplan minstens één terug-
meldtraject als eindcontact vast.
Druk hiervoor op het keuzeveld van het
tabblad. Er wordt een sporenplan
geopend. Kies het bijbehorende sporen-
plan. Druk op het gewenste toetssymbool.
Er knippert een groen kader om het
symboolveld.
Keer terug naar het tabblad.
29
Advertenties
Inhoudsopgave
