210
Hoofdstuk 17—Andere Functies
Automix
#
18 Automix [REC]
19 Automix [PLAY]
20 Automix [STOP]
21 Automix [ABORT]
Channel Controls
#
22 CH Delay on/off
23 EQ on/off
24 Dynamics on/off
25 PAN Left
26 PAN Right
27 PAN Front
28 PAN Rear
Het stelt voor het stereo-inputkanaal, de effect returnskanalen en de PAN LEFT en PAN
RIGHT de balans in, niet de pan.
Als een paar USER DEFINE knoppen worden ingesteld op PAN LEFT en PAN
RIGHT, of PAN FRONT en PAN REAR, zorgt het gelijk indrukken van deze knoppen
ervoor dat de pan of de balans naar het midden wordt ingesteld.
Anderen
#
29 Peak Hold on/off
30 Oscillator on/off
User Define (door u te bepalen) Knoppen Indicators
Iedere USER DEFINE knop bevat een ingebouwde LED indicator. De werking van
deze indicatoren is afhankelijk van de geselecteerde functie en wordt uitgelegd in de
volgende tabel.
1 t/m 17, 21
19, 20, 22, 23,
24, 29, 30
18
25 t/m 28
Als een paar USER DEFINE knoppen is ingesteld op PAN LEFT en PAN RIGHT, of
PAN FRONT en PAN REAR, maken de indicatoren het makkelijk om de panpositie
03D—Nederlandstalige Handleiding
Functie
Hetzelfde als REC schakelaar op de Main automixpagina
Hetzelfde als PLAY schakelaar op de Main automixpagina
Hetzelfde als STOP schakelaar op de Main automixpagina
Hetzelfde als ABORT schakelaar op de Main automixpagina
Functie
Zet de delay van het geselecteerde kanaal aan of uit
Zet de EQ van het geselecteerde kanaal aan of uit
Zet de dynamiek processor van het geselecteerde kanaal aan of uit
Pant het geselecteerde kanaal één stap naar links
Pant het geselecteerde kanaal één stap naar rechts
Pant het geselecteerde kanaal één stap naar voren (surround pan)
Pant het geselecteerde knaal één stap naar achteren (surround pan)
Functie
Zet de meter Peak Hold functie aan of uit
Zet de oscillator aan of uit
Functie
Type
Simple trigger
ON/OFF opera-
tion
Automix REC
PAN
Omschrijving
Omschrijving
Omschrijving
Indicatorwerking
Licht even op als de knop wordt ingedrukt.
Licht op als de gespecificeerde functie aanstaat.
Knippert in de Rec Ready mode.
Brandt voortdurend tijdens het opnemen.
Licht op als de panknop van het geselecteerde kanaal in het mid-
den staat of in de richting van de gespecificeerde functie. De
indicator van een knop die bijvoorbeeld is ingesteld op PAN
LEFT gaat branden als de panknop ergens van L16 tot midden is
ingesteld.