HOOFDSTUK 4
4.2 Bedieningspaneel (vervolg)
A - Voorinstelling-/bedieningsschakelaar
"Middelste" positie = toont de huidige snijparameters
"Bovenste" positie = voorinstelling van ontstekingsboogstroom voor het bedieningspaneel of de afstandsbe-
diening
"Onderste" position = voorinstelling van snijstroom voor het bedieningspaneel of de afstandsbediening
B - Te hoge temperatuur (Over Temp)
Lampje brandt als de voeding oververhit is.
C - Storing (Fault)
Dit lampje brandt als storingen zijn opgetreden, waardoor de hoofdvoeding van het apparaat moet worden
gereset.
D - Huidige wijzerplaat (potentiometer)
Wijzerplaat van de EPP-360 afgebeeld. De EPP-360 heeft een bereik van 10 A tot 360 A. Wordt alleen gebruikt
bij het bedieningspaneel.
E - Paneelafstandsbedieningschakelaar
Regelt de huidige stroomregelplaats.
•
Zet de schakelaar in de stand PANEL (bedieningspaneel) voor regeling met de stroompotentiometer.
•
Zet de schakelaar in de stand REMOTE (afstandsbediening) voor regeling met een extern signaal
(CNC).
F - Meters
Geeft de spanning en stroom weer bij het snijden. De ampèremeter kan worden geactiveerd als niet wordt ge-
sneden om de geschatte snij-/markeerstroom of ontstekingsboogstroom weer te geven voordat men het snijden
wordt begonnen. Zie "A" hierboven. Geeft bij storingen ook de diverse storingscodes weer.
G - Noodstopconnector (niet afgebeeld)
De noodstopconnector zorgt voor een normaal gesproken gesloten contact van de noodstopschakelaar. Het
contact wordt aangesloten op J4-A en J4-B. Het contact wordt geopend als de noodstopknop wordt ingedrukt.
Er wordt dan een signaal gestuurd naar de plasmaregeling dat de voeding een noodstop heeft uitgevoerd.
H - Noodstopknop
De noodstopknop activeert de noodstopschakelaar. Als de knop wordt ingedrukt, wordt er een noodstop uitge-
voerd die voorkomt dat de voeding stroom afgeeft zelfs als een startsignaal wordt gegeven.
J - CB1 - 3 ampère
Stroomonderbreker voor 115 VAC naar CNC.
21
BEDIENING