gereedschap nodig is. Apparaten die op
verschillende plaatsen in de buitenlucht worden
gebruikt, dienen via lekstroom-veiligheids-
schakelaars te worden aangesloten.
Deze kettingzaag is voor de beveiliging van het
aansluitingssnoer uitgerust met een trekontlasting.
Verbind eerst de stekker van het apparaat met het
aansluitingssnoer. Maak dan met het aansluitingssnoer
een nauwe lus en schuif deze door de veiligheidsopening
aan de onderkant van de machine. Hang de lus in de haak
op de manier zoals dit op afbeelding 6 wordt getoond. De
insteekverbinding is nu tegen vanzelf losgaan beveiligd.
4. Inschakelen (afb. 2)
• Druk met de duim de veiligheidsknop 15 aan de linkerkant
van de achterste handgreep in en vervolgens de
bedieningsschakelaar 9.
• De veiligheidsknop 15 dient alleen om de inschakeling
te ontgrendelen en hoeft na het inschakelen verder niet
ingedrukt te worden.
• Om het apparaat uit te schakelen laat u schakelaar 9 los.
Opgelet: De zaagketting start onmiddellijk met
hoge snelheid. Bij het ter zijde leggen van de
zaag nooit de ketting met stenen of metalen
voorwerpen in aanraking brengen.
Veiligheidsvoorzieningen aan uw kettingre
1. Kettingrem (afb. 6)
Deze kettingzaag is uitgerust met een mechanische
kettingrem. In geval de zaag omhoog slaat doordat het
uiteinde van het zwaard met hout of met een vast
voorwerp in aanraking komt, wordt de aandrijving van de
zaagketting door het in werking stellen van hand-
bescherming 4 onmiddellijk gestopt. Het remproces
treedt in werking doordat de rug van uw hand aan de
voorste handgreep 2 tegen de handbeschermer 4 drukt.
De kettingrem dient telkens voor gebruik van de zaag op
haar werking te worden gecontroleerd.
Opgelet: Bij het uitschakelen van de kettingrem
(handbeschermer naar achteren in de richting
van de handgreep trekken en inklikken) mag
geen schakelaar ingedrukt zijn!
Let erop, dat voor het in werking stellen van de
kettingzaag de handbeschermer 4 altijd in de be-
dieningsstand is vastgezet. Daartoe de hand-
beschermer naar achteren in de richting van de
handgreep trekken.
2. Uitlooprem
Deze kettingzaag is overeenkomstig de nieuwste voorschriften
van een mechanische uitlooprem voorzien. Deze is aan de
kettingrem gekoppeld en zorgt voor het afremmen van de
lopende ketting, nadat de kettingzaag wordt uitgeschakeld.
De functie van de uitlooprem wordt met het loslaten van
de aan-/uit schakelaar in werking gezet. Deze uitlooprem
verhindert letselrisico door een nalopende ketting.
3. Veiligheid door startblokkering
Extra veiligheid wordt geboden door de inschakelvertraging,
die telkens na het uitschakelen van de kettingzaag circa 3
seconden werkzaam is.
Na het uitschakelen is er, voor uw eigen veiligheid,
sprake van een vertraging van 3 seconden voordat het
apparaat weer kan worden ingeschakeld.
Pas bij de beëindiging van deze tijdfase kan de zaag
door het indrukken van de blokkeerknop 15 en het
daaropvolgend gebruik van de bedieningsschakelaar 9,
zoals in hoofdstuk „Inschakelen" beschreven, weer in
gebruik worden genomen.
4. Kettingvangbout (afb. 7)
Deze kettingzaag is uitgerust met een kettingvangbout.
Voor het geval tijdens de zaagwerkzaamheden de ketting
zou breken, vangt de kettingbout het losgeslagen eind
van de ketting op en verhindert daardoor letsel aan de
hand van degene die de kettingzaag bedient.
Verwijzingen voor een vakkundige arbeids-
wijze met de kettingzaag
Van takken ontdoen (afb. 9)
• Zorg voor een veilige stand.
• Snijd de tak ca. 15 cm van de stam verwijderd beneden
aan.
• Zet U de scheidingssnede van boven ca. 5 cm verder
naar buiten, tot te tak afvalt.
• Voor het verwijderen van het resterend stuk snijdt U de
tak dicht aan de stam van beneden ongeveer 1/3 aan.
• Voert U de scheidingssnede van boven uit tot de tak
totaal verwijderd is.
• Snijdt U vrijhangende takken niet van beneden af.
Veilen van een boom (afb. 10)
• Verzekert U sich, dat zich in het velbereik geen perso-
nen ophouden. Mimimumafstand: 2 maal de boom-
lengte.
• Zorgt U ervoor, dat niemand door vallende takken of
door de gevelde boom wordt getroffen.
• Zorg voor een eventuele vluchtroute, zoals getoond in
afb. 10.
• Zorgt U voor een zekere stand.
• Houdt U het arbeidsbereik vrij van hindernissen.
• Houdt U zich bij het vellen altijd zijdelings van de boom op.
• Bepaalt U vooreerst de velrichting van de boom. Op
deze zijde van de stam wordt de velkeep ingesneden.
• Zet U voor de velkeep vooreerst de horizontale snede
ongeveer tot een derde van de stamdiameter.
• Zet U de 2de snede voor de velkeep vanaf boven in
een hoek van 45° naar de eerste horizontale snede.
• Zet U nu op de precies tegenoverliggende zijde van de
stam de velsnede aan. De velsnede moet horizontaal
verlopen en wordt iets hoger dan de velkeep aangezet.
• De velsnede mag niet de gehele stam doorsnijden.
Ongeveer 1/10 van de stamdiameter blift staan.
• Zet U nu de wiggen in de velsnede om de boom
definitief te laten vallen.
Een gevelde boom in stukken zagen
• Legt U vooreerst iets onder de stam, zodat altijd het
stuk, dat moet worden afgezaagd, vrij hangt en niet op
de bodem ligt, opdat het zwaard niet vastklemt.
• Indien de kettingzaag toch gaat klem zitten, onmid-
dellijk uitschakelen en netstekker trekken. Gebruikt U
wiggen om het zward weer vrij te bekomen.
• Vermijd U met de zaagketting de bodem teraken.
NL-4
(afb. 9+10)