Inhoudsopgave
Advertenties
Pedaal 1 en 2 aansluiten
Pedaal 1
Sluit het meegeleverde Pedaal 1 aan op de aansluiting
[PEDAL 1 (KICK)] en Pedaal 2 op de aansluiting [PEDAL 2
(HI-HAT)].
VOORZICHTIG
• Voorkom dat u komt vast te zitten in of valt over
de pedaalsnoeren, omdat het instrument hierdoor zou
kunnen vallen, wat tot beschadiging of letsel kan leiden.
LET OP
• Gebruik de pedalen nooit op een vloer met een zachte
bovenlaag, omdat er krassen op het oppervlak van
de vloer kunnen ontstaan.
OPMERKING
• Zorg dat de pedaalstekkers juist zijn aangesloten op
de PEDAL-aansluiting voordat u het instrument aanzet.
• Druk de pedalen niet in terwijl u het instrument aanzet.
Hierdoor zou de polariteit van het pedaal worden omgedraaid,
wat een omgekeerde werking tot gevolg heeft.
• U kunt een elektronische drumpad KP65 (afzonderlijk
verkocht) gebruiken of een elektronische kickunit KU100
(afzonderlijk verkocht) en hi-hatcontroller HH65 of HH40
(afzonderlijk verkocht) in de aansluiting [PEDAL 1 (KICK)]
EN [PEDAL 2 (HI-HAT)].
Het instrument aan-/uitzetten
1
Draai de [MASTER VOLUME]-draaiknop
naar links naar 'MIN'.
2
Druk op de schakelaar [
om het instrument aan te zetten.
De display gaat branden. Pas het volume zoals
gewenst aan terwijl u de pads bespeelt.
Als het instrument wordt ingeschakeld, verschijnt het
drumkitnummer nadat het item 'dd' wordt weergegeven.
Normaal gesproken is drumkitnummer '1' geselecteerd.
Pedaal 2
] (Standby/On)
3
Houd de schakelaar [
ongeveer een seconde ingedrukt om het
instrument uit te schakelen.
VOORZICHTIG
• Zelfs als de schakelaar POWER (aan/uit-schakelaar) is
uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid
stroom naar het product. Als u het product gedurende een
langere tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het
netsnoer van het stopcontact loskoppelt.
LET OP
• Probeer geen andere handelingen, zoals het indrukken
van knoppen of het pedaal, uit te voeren. Dit kan leiden
tot storingen in het instrument.
• Schakel het instrument niet uit terwijl er gegevens
worden opgeslagen (het symbool '-' beweegt van links
naar rechts over de display). Dit zou namelijk kunnen
leiden tot gegevensverlies.
Het type batterij instellen
Afhankelijk van het type batterij dat moet worden gebruikt,
moet u de instelling voor het type batterij op het instrument
mogelijk wijzigen. Als u de instellingen moet wijzigen,
zet u eerst het instrument aan. Kies vervolgens het
type batterij dat u wilt gebruiken. Standaard zijn alkaline-
en mangaanbatterijen gekozen.
1
Druk op de knop [FUNCTION].
Druk enkele keren op de knop [DRUM 3] of
[FUNCTION] totdat het item 'btt' wordt weergegeven.
Het momenteel geselecteerde type batterij wordt
naast de indicatie 'btt' weergegeven.
2
Wijzig het type batterij door de draaiknop
te draaien.
Als u Ni-MH wilt selecteren, draait u de draaiknop naar
rechts (met de klok mee) totdat het item 'n-H' wordt
weergegeven. Als u alkaline/mangaan wilt selecteren,
draait u de draaiknop naar links (tegen de klok in)
totdat het item 'ALn' wordt weergegeven.
3
Druk op de [FUNCTION]-knop om af te sluiten.
LET OP
• Een onjuiste instelling van het type batterij kan
de levensduur van de batterij verkorten. Zorg ervoor
dat u het type batterij correct instelt.
DD-75 Gebruikershandleiding
Configuratie
] (Standby/On)
13
Advertenties
Inhoudsopgave
