DEMONTAGE, CONTROLE EN
TERUGPLAATSING VAN DE ELEKTRODE
VAN DE BRANDER
De
elektrode
ontstekingsproblemen zijn.
Voorwaarden
Ketel uitgeschakeld
•
Stroomtoevoer onderbroken
•
Gastoevoer onderbroken
•
Bovenpaneel gedemonteerd, zie handleiding ML.
•
Demontageprocedure
1. Ontkoppel de aardingskabel van de elektrode.
2. Ontkoppel de ontstekingskabel van de elektri-
citeitsbord.
3. Verwijder twee schroeven (1) en houd ze bij om
het zijpaneel opnieuw te monteren.
4. Neem de elektrode uit (2) en de dichting (3) uit.
5. Controleer of de uiteinden van de elektrodedra-
den uitgelijnd zijn en of hun tussenafstand over-
eenstemt met de waarden in het onderstaande
schema.
6. De elektrode vervangen indien nodig.
Terugplaatsingsprocedure
1. Vervang de dichting (3).
2. Plaats de elektrode (2) en draai de twee schroe-
ven (1) vast, met het correcte moment, zie
draaimomenten voor de montage" op pag. 36
Taken achteraf
1. Sluit de aarding opnieuw aan de elektrode.
2. Sluit de ontstekingskabel opnieuw aan elektrici-
teitsbord.
2
3
40
demonteren
1
Min. 3 mm
Max. 4 mm
HeatMaster® 25C
Onderhoud
REINIGING VAN DE WARMTEWISSELAAR
Voorwaarden
Ketel uitgeschakeld
•
als
er
Stroomtoevoer onderbroken
•
Gastoevoer onderbroken
•
Brander gedemonteerd, zie
•
plaatsing van de brander" op pag. 39
Voor- en bovenpanelen gedemonteerd (zie ML
•
Boek .
Procedure
1. Brush and vacuum clean the chamber.
2. Een beetje water in de vuurhaard gieten om de
deeltjes weg te spoelen die nog kunnen voor-
komen in de warmtewisselaar.
3. Kogelsifon verwijderen en schoonmaken.
4. Sifon terugplaatsen, zie
tel" op pag. 25
Taken achteraf
1. Brander terugplaatsen volgens de proceduree
"Demontage en terugplaatsing van de brander" op
pag. 39
2. Ketel herstarten volgens de procedure
in bedrijf stellen na onderhoud" op pag. 40
"Aan-
OPNIEUW IN BEDRIJF STELLEN NA
.
ONDERHOUD
Voorwaarden
Alle gedemonteerde onderdelen zijn terugge-
•
plaatst
Alle aansluitingen zijn uitgevoerd
•
Stroomtoevoer aan
•
Gastoevoer open
•
Hydraulische kring(en) gevuld met water
•
Procedure
1. Controleer of de gasaansluitingen vrij zijn van
gaslekken.
2. Breng het toestel onder spanning met de aan/
uit-schakelaar
3. Zet het toestel op het maximale vermogen en
controleer of er geen lekken van verbrandings-
gassen optreden.
4. Controleer de gasdruk en de CO2-instelling vol-
gens de procedure
brander" op pag. 35
Taken achteraf
Niet van toepassing
A1008960-664Y8200 • A
"Demontage en terug-
"Voorbereiding van de ke-
.
.
"Controle en afstelling van de
.
.
"Opnieuw
.
NL