Kampmann montage- en installatiehandleiding – UniLine luchtgordijn
10.12.5 Functie multifunctionele ingangen AI1, AI2, AI3
De functie van de multifunctionele ingangen AI1, AI2 en AI3 kan via
parameterinstellingen worden geconfigureerd.
Functie AI1 – parameter P15
Via de parameter P15 wordt de functie van multifunctionele ingang AI1
ingesteld.
De multifunctionele ingang AI1 kan uitsluitend via de parameter P15
worden ingesteld, als DIP-schakelaar nr. 6 op ON staat! Het instellen van de
DIP-schakelaars staat beschreven in paragraaf 10.
Functie
P15
Functie AI1
0 = niet gebruikt (ingang gedeactiveerd)
1 = NTC buitenluchtvoeler
2 = NTC koud-/warmwatervoeler (aanlegvoeler)
3 = NTC koudwatervoeler (aanlegvoeler)
4 = NTC warmwatervoeler
5 = NTC ext. ruimtetemperatuurvoeler/aanzuigvoeler
6 = 0..100 kOhm ventilatoraansturing
7 = 0..100 kOhm streeftemperatuur
8 = 0..100 V BMS-besturing winter/zomer
9 = 0..100 V BMS-besturing winter
10 = eco-/dagmodus
11 = zonder functie
12 = condensaatalarm
13 = algem. alarm
14 = ext. vorstbeveiligingscontrole
15 = eco-/dagmodus
16 = zonder functie
17 = condensaatalarm
18 = algem. alarm
19 = ext. vorstbeveiligingscontrole
Elektrische aansluiting | UniLine EC, uitvoering KaControl (*C1)
contact open
dag
contact open
zonder functie
contact open
geen condensaat
contact open
geen alarm
contact open
geen vorst
contact gesloten
dag
contact gesloten
zonder functie
contact gesloten
geen condensaat
contact gesloten
geen alarm
contact gesloten
geen vorst
57
0
0
19