50
Elektrische aansluiting | UniLine EC, uitvoering KaControl (*C1)
10.10 Instelling apparaatuitvoering door middel van DIP-schakelaars
De apparaatuitvoering van ieder KaControl-apparaat wordt door middel van
de DIP-schakelaars op de regelprintplaat ingesteld. Nadat de DIP-schakelaars
zijn ingesteld, zijn alle nodige basisfuncties van een apparaatuitvoering
geparametreerd en is het KaControl-apparaat direct operationeel.
Speciale instelmogelijkheden zoals het verlagen van de gewenste
temperatuurwaarde tijdens de eco-modus, moeten in het servicemenu
worden ingesteld. Deze parametrering is via de KaController mogelijk.
Om de DIP-schakelaars te controleren en zo nodig in te stellen moet de
besturingseenheid worden geopend.
Af fabriek zijn de DIP-schakelaars conform de apparaatuitvoering
ingesteld!!
Schakel de besturing spanningsvrij voordat u begint met de instellingen van
de DIP-schakelaars.
Functietabel DIP-schakelaarinstellingen op de regelprintplaat
OFF = ---
DIP1
ON = aansturing 0..10 V door bouwzijdige meet-, besturings- en regeltechniek
OFF = ---
DIP2
ON = aansturing via potentiometer 0..100 kilo-ohm
OFF = aanlegvoeler niet aanwezig
DIP3
ON = aanlegvoeler aanwezig
OFF = 4-pijps of omschakelen winter/zomer via aanlegsensor
DIP4
ON = omschakelen winter/zomer via DI2
OFF = 2-pijps systeem
DIP5
ON = 4-pijps systeem
OFF = ruimtetemperatuurregeling via aanzuig-/ext. ruimtevoeler
DIP6
ON = ruimtetemperatuurregeling via sensor in KaController
Bij slaveapparaten moet DIP-schakelaar nr. 6 op ON worden gezet,
indien de ruimtetemperatuur via een externe ruimtevoeler of de
KaController wordt geregistreerd.
Kampmann montage- en installatiehandleiding – UniLine luchtgordijn