6. Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Inbedrijfstelling en ingebruikname van het apparaat mogen uitsluitend door bevoegd
personeel worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Draaiende ventilatorbladen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Gebruik het apparaat
alleen als de luchtkanalen zijn aangesloten.
LET OP
De luchtstroom mag nooit zonder voorafgaand overleg met en toestemming van Munt-
ers op een hogere waarde dan de nominale luchtstroomwaarden worden ingesteld.
LET OP
Wanneer de luchtstroomwaarden verkeerd zijn ingesteld, kunnen er storingen in het
apparaat ontstaan. Wanneer er schade aan het apparaat ontstaat als gevolg van een
onjuiste afstelling van de luchtstroomwaarden, kan de garantie van het apparaat ko-
men te vervallen.
6.1. Inspectie voor het eerste gebruik
1. Verzeker u ervan dat de hoofdschakelaar op O staat.
2. Open de afdekplaat van het elektrische paneel en controleer of er geen stroomonderbrekers of au-
tomatische zekeringen zijn geactiveerd.
3. Inspecteer de luchttoevoerfilters en controleer of ze onbeschadigd en juist bevestigd zijn en of de
diverse inwendige delen van het apparaat schoon zijn.
4. Inspecteer alle kanalen en kanaalaansluitingen en controleer of alle aansluitingen correct zijn geïn-
stalleerd en of er geen tekenen van schade zijn. Controleer ook of alle kanalen vrij zijn van obsta-
kels die de luchtstroom kunnen blokkeren.
5. Controleer of de netvoeding de juiste spanning heeft en of de kabels correct zijn aangesloten.
6. Controleer of de vochtigheidssensor correct is geplaatst en op juiste manier op het elektrisch pa-
neel is aangesloten.
Ontvochtiger ML420-1350, MLT800-1400
19