Nederlands
Gebruik GEEN onstabiele steelpannen.
•
Laat de steel nooit aan de voorkant van de
kookplaat uitsteken.
Laat de kookplaat nooit zonder toezicht
•
aanstaan op een hoge temperatuur.
Overkokende pannen kunnen rook
veroorzaken en gemorst vet kan vlam
vatten. Gebruik een frituurthermometer,
indien mogelijk, om te voorkomen dat het
vet boven het rookpunt wordt verhit.
WAARSCHUWING:
n
met vet of olie op een kookplaat koken
kan brandgevaarlijk zijn.
Laat frituurpannen NOOIT zonder toezicht
•
aanstaan. Verwarm vet altijd langzaam
en onder toezicht. Frituurpannen dienen
slechts voor een derde vol vet te zitten.
Laat frituurpannen NOOIT zonder toezicht
•
aanstaan. Verwarm vet altijd langzaam
en onder toezicht. Frituurpannen dienen
slechts voor een derde vol vet te zitten.
Indien u te veel vet in de pan doet, kan de
pan overstromen wanneer u er eten bij
doet. Indien u verschillende soorten olie of
vet combineert bij het frituren, dient u de
olie te vermengen voordat u het verhit, of,
in het geval van vet, terwijl het smelt.
Het voedsel dat u gaat frituren dient
•
zo droog mogelijk te zijn. De rijp op
diepvriesproducten of het vocht op verse
voedselproducten kunnen het hete vet
doen bruisen en overstromen. Wanneer
u op hoge of gemiddelde temperaturen
frituurt, dient u het vet goed in de gaten
te houden zodat het niet overstroomt
of oververhit. Probeer nooit om pannen
met heet vet te verplaatsen, vooral geen
frituurpannen.
U mag de bovenkant van het rookkanaal
•
(de sleuf aan de achterkant van het fornuis)
niet gebruiken om borden of schalen op
te warmen, theedoeken te drogen of boter
zacht te maken.
Zonder toezicht
Probeer vetbranden niet met water te
•
doven en pak brandende pannen nooit op.
Draai de bedieningsknoppen uit en toen
doof de vlammen door de pan volledig af te
dekken met een deksel van de juiste maat
of met een bakplaat. Gebruik een universeel
poeder- or schuimblusapparaat, indien
beschikbaar.
Dit toestel NIET aanpassen. Het apparaat
•
is niet bedoeld om als externe timer of
afzonderlijke afstandsbediening te worden
gebruikt.
Ontvlambare vloeistoffen kunnen
•
ontploffen en brand of schade veroorzaken.
Verzorging van het Oven
Zorg ervoor dat de knoppen altijd in de
•
uit-stand staan wanneer de oven niet
in gebruik is en alvorens het fornuis te
reinigen.
Gebruik een ovenhandschoen om uw
•
handen te beschermen tegen mogelijke
brandwonden.
Bij het bereiden van gerechten met een
•
hoog vochtgehalte komt soms veel stoom
vrij als u de ovendeur opentrekt. Ga niet
te dicht bij de oven staan als u de deur
opentrekt en laat de stoom wegtrekken
(Afb.1.3).
De binnenste wand van de deur is
•
vervaardigd van gehard veiligheidsglas.
Zorg ervoor dat u de oppervlakte niet
krast bij het plaatsen van kookgerei op het
glaspaneel.
Bijkomende schade kan het breken van het
•
glaspaneel van de deur tot gevolg hebben.
Dek de luchtkokers van de oven niet af.
•
Gebruik GEEN schuurmiddelen of scherpe
•
metalen schrapers om het glas van de
ovendeur te reinigen, aangezien deze
krassen kunnen veroorzaken en het glas
zou kunnen breken.
4