Overige Externe Componenten
Weergavecamera
OPMERKING
• Zie De camera aansluiten (P.86) om een
camera aan te sluiten.
• Voor gebruik van een achteruitkijk-camera is een
REVERSE verbinding vereist. (P.81)
• Als [Rear Camera Interruption] actief is,
wordt het camerabeeld weergegeven als u de
versnelling in de achteruit-positie (R) zet.
• De camera waarvan het beeld het laatst werd
weergegeven, wordt bewaard en hetzelfde
camerabeeld wordt de volgende keer weergegeven.
Als de toewijzingsinstelling wordt gewijzigd, wordt
de weergave van de achteruitrijcamera weergegeven.
• Achter/voorcamera-onderbrekingsscherm wordt
niet bewaard als het camerascherm dat de
volgende keer wordt weergegeven.
Ñ
Het camera-beeld weergeven
1
Druk op de knop [MENU].
h Pop-up menu verschijnt.
h
2
Raak [Camera] aan.
h Het scherm van de weergavecamera verschijnt.
h
3
Pas de verschillende onderwerpen als volgt aan.
3
1
Toetsen voor camera schakelen *
Raak aan om de weergave van de camera te
schakelen. Het is noodzakelijk om „Camera
Assignment Settings" van te voren in te
stellen, behalve „Rear". Zie Om de camera-
toewijzingsinstellingen in te stellen (P.56).
1
4
2
1
Overige Externe Componenten
2
Camera uit
Raak aan om het camerascherm te verlaten.
3
De Richtlijn veranderen *
Bij iedere aanraking wordt de richtlijn aan- of
uitgeschakeld.
4
De Invalshoek wijzigen *
Bij iedere aanraking wordt de invalshoek van
de camera gewijzigd.
*1 Als er twee of meer cameraʼs aan de achterkant,
voorkant, dashboard, linkerkant en rechterkant
worden verbonden met dit apparaat.
*2 Alleen wanneer het scherm van de
achteruitrijcamera wordt weergegeven en de
CMOS-3xx-serie is verbonden met dit apparaat
als de achteruitrijcamera.
Ñ
Camera-instellingen
1
Druk op de knop [MENU].
h Pop-up menu verschijnt.
h
2
Raak [SETUP] aan.
h Het scherm SETUP Menu verschijnt.
h
3
Raak [Camera] aan.
h Het camerascherm verschijnt.
h
4
Stel de verschillende items als volgt in.
[Camera Assignment Settings]
■
Stel de cameratoewijzing in. Zie Om de camera-
toewijzingsinstellingen in te stellen (P.56).
[Rear Camera Interruption]
■
[ON]: Toont het beeld van de
achteruitzichtcamera wanneer u de
versnelling in zijn achteruit (R) zet.
[OFF ](Standaard): Selecteer dit wanneer
geen camera is aangesloten.
[Rear Camera Message *
■
[Always display] (standaard): Toont altijd
het waarschuwingsbericht op het
onderbrekingsscherm van de achteruitrijcamera.
[Clear after 5 seconds]: Toont het
waarschuwingsbericht ongeveer 5 seconden
op het onderbrekingsscherm van de
achteruitrijcamera.
2
2
1]
55
Nederlands