SIM-kaart
De SIM-kaart (Subscriber Identity
Module), die u van uw netwerkoperator
hebt gekregen, bevat informatie over
uw abonnement. Zet de telefoon altijd
uit en koppel de oplader los voordat
u de SIM-kaart plaatst of verwijdert.
U kunt contacten op de SIM-kaart opslaan
voordat u de kaart uit de telefoon haalt.
Zie Namen en nummers naar de SIM-
kaart kopiëren op pagina 20.
PIN-code
U hebt mogelijk een PIN-code
(Personal Identification Number)
nodig om de diensten in uw telefoon
te activeren. U hebt de PIN-code van
uw netwerkoperator gekregen. Elk
cijfer van de PIN-code wordt als een
sterretje (*) weergegeven, tenzij het
met de cijfers van een alarmnummer
begint, bijvoorbeeld 112 of 911. U kunt
alarmnummers zien en bellen zonder
een PIN-code in te voeren.
Als u drie keer achter elkaar de verkeerde
PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart
geblokkeerd. Zie SIM-kaartblokkering
op pagina 69.
6
Aan de slag
This is the Internet version of the User's guide. © Print only for private use.
Vliegtuigmodus
In de
Vliegtuigmds
en de radio-ontvangers uitgeschakeld
om storing van gevoelige apparatuur
te voorkomen.
In de vliegtuigmodus kunt u de
Bluetooth™ functie gebruiken.
Opstartscherm
Het opstartscherm wordt weergegeven
wanneer u de telefoon aanzet. Zie
Afbeeldingen gebruiken op pagina 43.
Stand-by
Als u de telefoon hebt aangezet en
uw PIN-code hebt ingevoerd, wordt
de naam van de netwerkoperator
weergegeven. Deze weergave
wordt stand-by genoemd.
Help op de telefoon
Help en informatie zijn op de telefoon
beschikbaar. Zie Navigatie op
pagina 12.
De Setup wizard gebruiken
1
Selecteer vanuit stand-by
>
Instellingen
> het tabblad
>
Setup
wizard.
2
Selecteer een optie.
zijn het netwerk
Menu
Algemeen