Installatie
7
6
5
4
35
Spoelblok met twee armaturen (1e en 2e meetpunt)
1.
Spoel de leiding grondig.
2.
Sluit het spoelwater (7) aan op de wateraansluiting (6) van het spoelblok.
3.
Sluit het spoelkameraansluiting (4) op het spoelblok (5) aan op de spoelaansluiting (3)
van het omschakelventiel (2).
4.
Sluit de spoelaansluitingen aan op de armaturen (1).
5.
Sluit met de spoelaansluitingen van het omschakelventiel, rechts het 1e meetpunt en
links het 2e meetpunt aan.
Inkorten van de multislangen
De slangen in de multislang moeten afhankelijk van de afstand worden aangepast.
1.
Schroef de multislang M3 los van het spoelblok.
2.
Verwijder de gegolfde slang (buitenmantel van multislang) van de bevestiging en de
stekker.
3.
Breng de slangen en kabels verder in de gegolfde slang zodat deze naderhand kunnen
worden uitgetrokken.
4.
Trek de slangen en kabels uit tot het punt waar de gegolfde slang moet worden
ingekort.
5.
Snij de gegolfde slang voorzichtig in. Zorg ervoor dat de interne slangen en kabels niet
beschadigd raken.
6.
Kort de gegolfde slang in tot de gewenste lengte.
7.
Trek de slangen door de bevestiging en stekker.
56
Liquiline Control CDC90
1
2
3
A0033443
Endress+Hauser